Repertorium Hulthem

Van tween kinderen die droeghen

Hulthem-Nr: 
159  (f. 155rb,22-156vb,45)
Opschrift: 
Van tween kinderen die droeghen ene starcke minne Een ontfarmelijc
Opschrift: 
dinc ·C·lix·
Incipit: 
WIlen een stuc hier te voren Worden ·ij· kinder gheboren
Explicit: 
Daer moeten si alle comen binnen Die leuen in gherechter minnen
Afrondingsformule: 
Amen ·ijc·lxxxviij· verse
Weergave inhoud: 
Lang geleden in Babylon hadden twee buurkinderen, Piramus en Tysbe, elkaar innig lief. Hun liefde werd verboden, maar via een gat in de muur zonden ze elkaar kussen en liefdesverklaringen. In het geheim spraken ze af elkaar in de nacht buiten de stad te ontmoeten. Tysbe arriveerde als eerste, maar zag een leeuwin aankomen en sloeg op de vlucht. Ze verloor hierbij haar mantel, die de leeuwin met bloed besmeurde en verscheurde. Piramus vond deze mantel, dacht dat zijn geliefde gedood was en stortte zich in zijn zwaard. Toen Tysbe weer tevoorschijn durfde komen en haar stervende minnaar zag, was ze zo bedroefd dat ze niet verder meer wilde leven en uit liefdessmart zelfmoord pleegde. Hun zielen zijn nu voor eeuwig verenigd in het minnerijk als martelaren van de liefde, tezamen met die van vele lotgenoten.
Namen: 
Babylon Pyramus Thisbe
Auteurs: 
Anoniem?
Anoniem?
Datering: onbekend
Toeschrijving van auteurschap onzeker of wordt betwijfeld. Dit is met name het geval voor de 49 teksteenheden die door Van Eeghem zijn toegeschreven aan Jan Dille (zie Jan Dille?).
Jan Dille?
Jan Dille?
Datering: onbekend
49 teksteenheden toegeschreven door Van Eeghem aan Jan Dille. Betwijfeld (en voor de abele spelen weerlegd) door Van Mierlo. - Nr. 68 toegeschreven door Jonckbloet aan Jan van Hollant en door Van Eeghem aan Jan Dille.
Secundaire literatuur
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.: dl. 3 passim, en p. 184 voor nr. 68.
J. van Mierlo, 'Is Jan Dille de dichter van onze abele spelen?'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1957, p. 65-83.
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.: dl. 3 p. 305
Tekstsoort: 
Minnesproke (Hogenelst 1997).
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
288 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-W 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) op onregelmatige plaatsen, f. 156rb,31 doorgehaald. ─ Bewerking van een van Ovidius' Metamorphosen; komt ook voor in Dirc Potter, Der minnen loep, 2e boek vss. 961-1130. ─ Lombarden vss. 33, 49, 77, 95, 103, 145, 185: gedeeltelijke structurering per episode (?). Herhaling van rijmwoordcombinatie: vss. 1/2 en 7/8, 23/24 en 45/46, 49/50 en 59/60, 79/80 en 83/84, 81/82 en 85/86, 143/144 en 159/160 en 185/186, 149/150 en 175/176, 165/166 en 191/192, 253/254 en 273/274.
Petit-Nommer(s): 
760b; 760d; 1643
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 2 p. 820-829
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Heremans 1858-1864 , dl. 2 p. 1-4
Heremans 1858-1864 J.F.J. Heremans, Nederduitsche dichterhalle. Bloemlezing uit Nederlandsche dichters van de vroegste tijden onzer letterkunde tot op deze dagen, volgens dichtvakken en ouderdom gerangschikt. 2 dln. Gent (Hebbelynck) 1858-1864. Willemsfonds 32.
Leopold 1940 , p. 39-40 (fragment)
Leopold 1940 L. Leopold, Nederlandsche schrijvers en schrijfsters. Proeven uit hun werken, met beknopte biographiën en portretten. 12e, herz. dr. door G.S. Overdiep en W.L. Brandsma. Groningen etc. (Wolters) 1940.
Verdam 1877-1879A
Verdam 1877-1879A J. Verdam (ed.), 'Pyramus en Thisbe'. In: P.J. Cosijn, H. Kern, J. Verdam e.a. (red.), Taalkundige bijdragen. Haarlem (Bohn) 1877-1879. 2 dln. Dl. 1, p. 244-257.
Verwijs 1965 , dl. 3 p. 185-191 (fragment)
Verwijs 1965 Verwijs' Bloemlezing uit de Middelnederlandse dichtkunst, herzien door C.C. de Bruin. 2e dr. Zutphen (Thieme) 1965. 3 dln.
Willems 1846A , p. 89-98
Willems 1846A J.F. Willems (ed.), 'Sproken'. In: Belgisch museum 10 (1846), p. 51-98.
Secundaire literatuur: 
Ten Brink 1897 , p. 202-204
Ten Brink 1897 J. ten Brink, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Amsterdam (Elsevier) 1897.
Van Buuren 1979 , (passim)
Van Buuren 1979 A.M.J. van Buuren, Der minnen loep van Dirc Potter. Studie over een Middelnederlandse Ars amandi. Utrecht (HES) 1979. Diss. Utrecht.
Debaene 1977 , p. 36-41
Debaene 1977 L. Debaene, De Nederlandse volksboeken. Ontstaan en geschiedenis van de Nederlandse prozaromans, gedrukt tussen 1475 en 1548. 2e dr. Hulst (Merlijn) 1977. Diss. Leuven 1951.
Van Eeghem 1958-1963 , dl. 3 p. 184
Van Eeghem 1958-1963 W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Eymael 1890 , p. 143
Eymael 1890 H.J. Eymael, 'Middelnederlandsche sprokkelingen uit Verwijs' Bloemlezing'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 9 (1890), p. 141-143.
Fischer 1983 , p. 501
Fischer 1983 H. Fischer, Studien zur deutschen Märendichtung. 2., durchg. und erw. Aufl. besorgt von J. Janota. Tübingen (Niemeyer) 1983.
Hart 1889-1891
Hart 1889-1891 G. Hart, Ursprung und Verbreitung der Pyramus und Thisbe-sage. Bassau (Bucher) 1889-1891. Inaug. Diss. München. 2 Teile. [Alleen dl. 1 verschenen].
Heinzle 1983 , p. 94-95
Heinzle 1983 J. Heinzle, 'Märenbegriff und Novellentheorie'. In: K.H. Schirmer (Hrsg.) Das Märe, die mittelhochdeutsche Versnovelle des späteren Mittelalters. Darmstadt (Wissenschaftl. Buchgesellschaft) 1983, p. 91-110. Wege der Forschung 558.
Heupers 1976
Heupers 1976 E. Heupers, 'Babiloontje vol van verstande'. In: Neerlands volksleven 26 (1976), p. 51-58.
Hogenelst 1991 , p. 180-181, 383 n. 42
Hogenelst 1991 D. Hogenelst, 'Sproken in de stad: horen, zien en zwijgen'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 166-183 en 379-385. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 17-18 (5)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Jonckbloet 1888-1892 , dl. 2 p. 200
Jonckbloet 1888-1892 W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. 4e dr., herz. en tot den tegenwoordigen tijd bijgewerkt door C. Honigh. Groningen (Wolters) 1888-1892. 6 dln.
Kalff 1884 , p. 233
Kalff 1884 G. Kalff, Het lied in de Middeleeuwen. 2e dr. Leiden (Brill) 1884. Diss. Leiden 1883. [Ongew. herdruk Arnhem (s.n.) 1966].
Kalff 1906-1912 , dl. 1 p. 466
Kalff 1906-1912 G. Kalff, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Groningen (Wolters) 1906-1912. 7 dln.
Knapp 1979 , p. 154-155
Knapp 1979 F.P. Knapp, Der Selbstmord in der abendländischen Epik des Hochmittelalters. Heidelberg (Winter) 1979.
Kroon , (scriptie)
Kroon W.S. Kroon, De sproke van Pyramus en Thisbe. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 1452).
Mak 1947 , p. 177
Mak 1947 J.J. Mak, 'Pyramus en Thisbe gememoraliseerd'. In: De nieuwe taalgids 40 (1947), p. 175-179.
Mak 1966
Mak 1966 J.J. Mak, [Recensie van] 'Pyramus ende Thisbe'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 82 (1966), p. 196-205.
Martin 1867 , p. 348
Martin 1867 E. Martin, 'Mittelrheinische und niederländische Gedichte in einer Berliner Handschrift'. In: Zeitschrift für deutsches Altertum 13 (1867), p. 348-377.
Meijer 1978 , p. 38
Meijer 1978 R.P. Meijer, Literature of the Low Countries: a short story of Dutch literature in the Netherlands and Belgium. New ed. with corr. and additional material. The Hague etc. (Nijhoff) 1978.
Murdoch 1983
Murdoch 1983 B. Murdoch, 'Pyramus und Thisbe: Spätmittelalterliche Metamorphosen einer antiken Fabel'. In: W. Haug, T.R. Jackson & J. Janota (Hrsg.), Zur deutschen Literatur und Sprache des 14. Jahrhunderts. Dubliner Colloquium 1981. Heidelberg (Winter) 1983, p. 221-237. Reihe Siegen 45.
Penon 1880-1884 , dl. 3 p. 1-36
Penon 1880-1884 G. Penon, 'Pyramus en Thisbe'. In: Bijdragen tot de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Groningen (Wolters) 1880-1883. 3 dln. Dl. 3 p. 1-36.
Ramondt 1944 , p. 76 en 78
Ramondt 1944 M. Ramondt, 'Problemen in en om het Haagse liederenhandschrift'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 63 (1944), p. 63-81.
Schirmer 1977-...
Schirmer 1977-... K. Schirmer & F.J. Worstbrock, 'Pyramus und Thisbe'. In: W. Stammler e.a., Die deutsche Literatur des Mittelalters: Verfasserlexikon. 2e, völlig neu bearb. Aufl. [...] Berlin etc. (De Gruyter) 1977-... . ... dln. Dl. 7, kol. 928-930.
Schmitt von Mühlenfels 1972 , p. 85-86
Schmitt von Mühlenfels 1972 F. Schmitt von Mühlenfels, Pyramus und Thisbe. Rezeptionstypen eines Ovidischen Stoffes in Literatur, Kunst und Musik. Heidelberg (Winter) 1972. Studien zum Fortwirken der Antike 6.
Schnell 1985
Schnell 1985 R. Schnell, Causa amoris: Liebeskonzeption und Liebesdarstellung in den mittelalterlichen Literatur. Bern (Francke) 1985. Bibliotheca Germanica.
Scholte 1942
Scholte 1942 A. Scholte, 'Pyramus en Thisbe in poëzie en beeldende kunst van later eeuwen'. In: Hermeneus, maandblad voor antieke cultuur 14 (1942), p. 203-208.
Serrure 1872 , p. 380
Serrure 1872 C.P. Serrure, Letterkundige geschiedenis van Vlaanderen. Eerste deel: Nederlandsche en Fransche letterkunde tijdens XII, XIII en XIVde eeuwen. Gent (De Busscher) 1872.
De Vries 1870
De Vries 1870 M. de Vries, 'Tekstcritiek II Belg. Mus. X, 96, vs. 239'. In: De taal- en letterbode 1 (1870), p. 55-58.
Te Winkel 1922-1927 , dl. 2 p. 85
Te Winkel 1922-1927 J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem (Bohn) 1922-1927. 7 dln. [Ongew. herdr. Utrecht etc., 1973].
Parallellen en varianten: 
(a) vss. 68-288  Berlijn, Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz, Germ. fol. 922  [1400 - 1450] , f. 1ra-3vb (langere tekst)
Berlijn, Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz, Germ. fol. 922
Post quem: 1400
Ante quem: 1450
Datering: ca. 1410-1430 (BNM: ca. 1412-1415)
Martin 1867
Martin 1867 E. Martin, 'Mittelrheinische und niederländische Gedichte in einer Berliner Handschrift'. In: Zeitschrift für deutsches Altertum 13 (1867), p. 348-377.
Strijbosch 1996 , p. 17 (5)
Strijbosch 1996 C. Strijbosch, Repertorium van Middelnederlandse liederen in bronnen tot 1500. Deel 1: Bronnenrepertorium. Antwerpen (UFSIA) 1996.
Van den Wijer 1983 , dl. 1 p. 68-84
Van den Wijer 1983 I. van den Wijer, Segheliin. Codicologische, bibliografische en tekstkritische studie en editie. Leuven (KU) 1983. 2 dln. Diss. Leuven.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 64A,  75,  159
(b) vss. 1-288  's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 128 E 6  [1475 - 1500] , f. 24ra-25ra (variant in Dirc Potter's Der minnen loep)
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 128 E 6
(olim AA 70)
Post quem: 1475
Ante quem: 1500
Datering: ca. 1480
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 25,  102,  108,  spr. 5 158,  162,  166,  177,  184,  192
(c) vss. 1-288  Leiden, Universiteitsbibliotheek, LTK 205  [1475 - 1500] , f. 103r-106r (variant in Dirc Potter's Der minnen loep)
Leiden, Universiteitsbibliotheek, LTK 205
Post quem: 1475
Ante quem: 1500
Datering: 1486
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 159,  162
Zie: 
Van Es 1965 , p. 42 (a-c)
Van Es 1965 G.A. van Es, Piramus en Thisbe: twee rederijkersspelen uit de zestiende eeuw. Bronnenstudie en tekstuitgave door ─. Zwolle (Tjeenk Willink) 1965.
Leendertz 1845-1847 , dl. 1 p. 158-164 (b, c)
Leendertz 1845-1847 P. Leendertz Wz., Der minnen loep van Dirc Potter, uitg. door ─. Leiden (Du Mortier) 1845-1847. 3 dln. Werken uitgegeven door de Vereeniging ter Bevordering der Oude Nederlandsche Letterkunde.
Martin 1867 , p. 348-359 (a)
Martin 1867 E. Martin, 'Mittelrheinische und niederländische Gedichte in einer Berliner Handschrift'. In: Zeitschrift für deutsches Altertum 13 (1867), p. 348-377.
Verdam 1877-1879A , (a)
Verdam 1877-1879A J. Verdam (ed.), 'Pyramus en Thisbe'. In: P.J. Cosijn, H. Kern, J. Verdam e.a. (red.), Taalkundige bijdragen. Haarlem (Bohn) 1877-1879. 2 dln. Dl. 1, p. 244-257.
De Vries 1867 , p. 32 (a)
De Vries 1867 M. de Vries, 'Mededeeling'. In: Handelingen der jaarlijksche algemeene vergadering van de Mij. van Ned. letterkunde te Leiden 1866-1867 (1867), p. 32-35.