Repertorium Hulthem

Vander zielen ende vanden lichame

Hulthem-Nr: 
158  (f. 153rb,23-155rb,21)
Opschrift: 
Vander zielen ende vanden lichame een abel dinc ende een edel leere
Opschrift: 
·C·lviij·
Incipit: 
Eens nachts inden winter tide Als auer alle de werelt wide
Explicit: 
Dat hire ons vte moeste plamen Nv segt alle gader amen
Afrondingsformule: 
Amen ·iijC·xliiij· verse
Weergave inhoud: 
In een winternacht droomde ik over een ziel die zojuist een lichaam had verlaten. Deze ziel verweet het lichaam alle zonden waarvoor zíj in de hel zou moeten branden: 'Nutteloos is nu alle rijkdom, waar u God om vergat. Geen vriend, vrouw of kind komt hier te hulp'. Hierop volgde een woordenstrijd tussen het lichaam en de ziel over wie van beide de meeste schuld had. De wereld en de duivel hebben het lichaam tot het kwaad verleid, maar de ziel die goed en kwaad kan onderscheiden, heeft God niet genoeg bemind en zich niet verzet. Beide zijn dus schuldig en na het laatste oordeel zal het lichaam voor eeuwig het lot van de ziel delen. Toen trokken twee lelijke duivels de ziel de hel in, waar ze vreselijke pijn zou moeten verduren en haar gejammer tevergeefs zou zijn. Ik ontwaakte en nam mij voor met Gods hulp mijn leven te beteren.
Auteurs: 
Martijn van Torhout?
Martijn van Torhout?
Ook bekend als: Martijn van Thorout
Datering: 13e eeuw
Bewerker of vermeend auteur van nrs. 26, 39 en 158. Auteurschap omstreden, zie secundaire literatuur.
Secundaire literatuur
W.H. Beuken, 'Het auteurschap van het Rijmboek van Audenaerde'. In: C.C. Berg, W.H. Beuken, H.L. Bezoen e.a., Album philologicum voor prof. dr. Th. Baader. Nijmegen (Centr. Drukkerij) s.a. [1939], p. 149-156.
M. Gysseling (ed.), Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300). Reeks 2: Literaire handschriften. 's-Gravenhage (Nijhoff) 1980-1987. 6 dln.: dl. 1 p. 396 en 400
M. Hoebeke, 'Nogmaals Martijn van Torhout'. In: Wetenschappelijke tijdingen 30 (1971), p. 94-98.
J.A.N. Knuttel, 'Van den levene ons heren'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 64 (1946), p. 81-96.: p. 86
J. van Mierlo, 'Martijn van Torhout, een nieuw dichter van beteekenis uit de dertiende eeuw'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1938, p. 331-375.
J. van Mierlo, 'Het auteurschap van Martijn van Torhout voor de gedichten van de Oudenaardschen codex gehandhaafd'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1939, p. 513-524.
J. van Mierlo, 'Een geestelijk lied uit de XIIIe eeuw'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1941, p. 303-319.
J. van Mierlo, De letterkunde van de Middeleeuwen. 2e, herz. en verm. dr. 's-Hertogenbosch etc. (Malmberg etc.) 1949. Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Onder redactie van F. Baur, W.J.M.A. Asselbergs, J. van Mierlo e.a. Dl. 1 en 2.: dl. 1 p. 190
Tekstsoort: 
Leere (volgens opschrift); religieuze sproke (Hogenelst 1997), samenspraak, memento mori.
Vorm: 
rijm: aaaa
Lengte: 
344 vss., 86 strofen van 4 regels
Aanvullende informatie: 
Initiaal-E 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) om de 4 regels, Amen met horizontale streep gerubriceerd. ─ Bewerking van Franse vertaling van de Visio Philiberti (of Fulberti) van Walter Map? Tekstdatering: 1250 (Serrure 1872). ─ Strofenindeling gebaseerd op rijmschema en lombarden. Onzuiver rijm: vss. 15/16, 22/23, 23/24, 37/38, 61/62, 226/227 en 247/248; strofe 47 en 48: gelijke rijmklank.
Petit-Nommer(s): 
484d/e; 502; 1496b
Edities: 
Blommaert 1836 , p. 58-66
Blommaert 1836 Ph. Blommaert (ed.), Theophilus. Gedicht der 14e eeuw gevolgd door drie andere gedichten van hetzelfde tydvak. Gent (Duvivier) 1836.
Blommaert 1858 , p. 38-43
Blommaert 1858 Ph. Blommaert, Theophilus. Gedicht der 14e eeuw gevolgd door negen andere gedichten uit de Middeleeuwen. Uitgegeven door ─. Gent (Hebbelynck) 1858.
Brinkman/Schenkel 1999 , band 2 p. 811-820
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Lambin 1838 , p. 60-74 (fragment paralleltekst + tekstvarianten in hs.-Van Hulthem)
Lambin 1838 J.J. Lambin (ed.), 'Van der zielen ende van den lechame, een oud gedicht, en bedenkingen daerop'. In: Belgisch museum 2 (1838), p. 57-77.
Secundaire literatuur: 
Ackerman 1962
Ackerman 1962 R.W. Ackerman, 'The debate of the body and the soul and parochial christianity'. In: Speculum 37 (1962), p. 541-565.
Axters 1943 , p. 70
Axters 1943 S. Axters, 'Over "quaestio disputata" en "quaestio de quodlibet" in de Middelnederlandsche literatuur'. In: Ons geestelijk erf 17 (1943), p. 31-70.
Bange 1989
Bange 1989 P. Bange, 'Wech der sielen salicheit. Opvattingen over de verhouding tussen ziel en lichaam in een laatmiddeleeuws moralistisch-didactisch traktaat'. In: P. Bange & P.M.C.J. de Kort (red.), Die fonteyn der ewiger wijsheit. Opstellen aangeboden aan prof. dr. A.G. Weiler [...]. Nijmegen (Centrum v. middeleeuwse studies KUNijmegen) 1989, p. 74-81.
Bossy 1976
Bossy 1976 M.A. Bossy, 'Medieval debates of body and soul'. In: Comparative Literature 28 (1976), p. 144-163.
Eis 1933-1955
Eis 1933-1955 G. Eis, 'Visio Philiberti'. In: W. Stammler & K. Langosch, Die deutsche Literatur des Mittelalters: Verfasserlexikon. Berlin (De Gruyter) 1933-1955. 5 dln. Dl. 4, kol. 707-710.
Enklaar 1950 , p. 62-63
Enklaar 1950 D.Th. Enklaar, De dodendans. Een cultuur-historische studie. Amsterdam (Veen) 1950.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 91-92 (119)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Houle 1979
Houle 1979 P.J. Houle, 'An unknown version of the debate of the body and soul'. In: Aevum 53 (1979), p. 356-569.
Jonckbloet 1851-1855 , dl. 2 p. 447-448
Jonckbloet 1851-1855 W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.
Jonckbloet 1888-1892 , dl. 1 p. 461
Jonckbloet 1888-1892 W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. 4e dr., herz. en tot den tegenwoordigen tijd bijgewerkt door C. Honigh. Groningen (Wolters) 1888-1892. 6 dln.
Kalff 1906-1912 , dl. 1 p. 493
Kalff 1906-1912 G. Kalff, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Groningen (Wolters) 1906-1912. 7 dln.
Kästner 1978
Kästner 1978 H. Kästner, Mittelalterliche Lehrgespräche. Textlinguistische Analysen, Studien zur poetischen Funktion und pädagogischen Intention. Berlin (Schmidt) 1978. Philologische Studien und Quellen; Heft 94.
Lambin 1838 , p. 57-59, 74-77
Lambin 1838 J.J. Lambin (ed.), 'Van der zielen ende van den lechame, een oud gedicht, en bedenkingen daerop'. In: Belgisch museum 2 (1838), p. 57-77.
Lievens 1995
Lievens 1995 R. Lievens, 'Een vertaling (1595) van de Visio Philiberti (door Jan David s.j.?)'. In: Ons geestelijk erf 69 (1995), p. 260-288.
Lievens 1997
Lievens 1997 R. Lievens, 'Een derde Middelnederlandse berijming van de Visio Philiberti'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 113 (1997), p. 336-348.
Van Mierlo 1928 , p. 147
Van Mierlo 1928 J. van Mierlo, Geschiedenis van de Oud- en Middelnederlandsche letterkunde. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel) 1928.
Van Mierlo 1938A
Van Mierlo 1938A J. van Mierlo, 'Martijn van Torhout, een nieuw dichter van beteekenis uit de dertiende eeuw'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1938, p. 331-375.
Van Mierlo 1939B
Van Mierlo 1939B J. van Mierlo, 'Het auteurschap van Martijn van Torhout voor de gedichten van de Oudenaardschen codex gehandhaafd'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1939, p. 513-524.
Van Mierlo 1949 , dl. 1 p. 189-192
Van Mierlo 1949 J. van Mierlo, De letterkunde van de Middeleeuwen. 2e, herz. en verm. dr. 's-Hertogenbosch etc. (Malmberg etc.) 1949. Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Onder redactie van F. Baur, W.J.M.A. Asselbergs, J. van Mierlo e.a. Dl. 1 en 2.
Van Moerkerken 1904 , p. 162-164
Van Moerkerken 1904 P.H. van Moerkerken, De satire in de Nederlandsche kunst der Middeleeuwen. Amsterdam (Van Looy) 1904. Diss. Utrecht.
Oosterman 1995A , p. 112, 380 n. 216
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Palmer 1977-...A
Palmer 1977-...A N.F. Palmer, 'Seele und Leib'. In: W. Stammler e.a., Die deutsche Literatur des Mittelalters: Verfasserlexikon. 2e, völlig neu bearb. Aufl. [...] Berlin etc. (De Gruyter) 1977-... . ... dln. Dl. 8, kol. 1022-1025.
Palmer 1977-...B
Palmer 1977-...B N.F. Palmer, 'Visio Philiberti'. In: W. Stammler e.a., Die deutsche Literatur des Mittelalters: Verfasserlexikon. 2e, völlig neu bearb. Aufl. [...] Berlin etc. (De Gruyter) 1977-... . ... dln. Dl. 10, kol. 412-418.
Rieger 1885
Rieger 1885 M. Rieger, 'Zwei Gespräche zwischen Seele und Leib'. In: Germania. Vierteljahrsschrift für deutsche Alterthumskunde 3 (1885), p. 396-407.
Serrure 1872 , p. 363-364
Serrure 1872 C.P. Serrure, Letterkundige geschiedenis van Vlaanderen. Eerste deel: Nederlandsche en Fransche letterkunde tijdens XII, XIII en XIVde eeuwen. Gent (De Busscher) 1872.
Snellaert 1838 , p. 32
Snellaert 1838 F.A. Snellaert, Verhandeling over de Nederlandsche dichtkunst in België, sedert hare eerste opkomst tot de dood van Albert en Isabella. Brussel (Hayez) 1838.
Sonnemans 1990 , p. 257
Sonnemans 1990 G.H.P. Sonnemans, 'De openingsstruktuur van Middelnederlandse teksten'. In: Spiegel der letteren 32 (1990), p. 231-259.
Stecher 1887 , p. 73
Stecher 1887 J. Stecher, Histoire de la littérature Néerlandaise en Belgique. Bruxelles (Lebègue) s.a. [1887].
Vanderheijden 1930
Vanderheijden 1930 J. Vanderheijden, Het thema en de uitbeelding van den dood in de poëzie der late Middeleeuwen en der vroege renaissance in de Nederlanden. Gent (Erasmus) z.j. [1930].
Walther 1920 , p. 211-221
Walther 1920 H. Walther, Das Streitgedicht in der lateinischen Literatur des Mittelalters. München (Beck) 1920.
Willard 1935
Willard 1935 R. Willard, 'The adress of the soul to the body'. In: Publications of the modern language association of America 50 (1935), p. 957-983.
Wright 1841
Wright 1841 Th. Wright, The Latin poems commonly attributed to Walter Mapes. London (s.n.) 1841. [Nachdr. Hildesheim (Olms) 1968].
Parallellen en varianten: 
(a) vss. 213-280  Oudenaarde, Stadsbibliotheek, 5576  [1275 - 1325] , f. 60r-v (variant in 120 vss.)
Oudenaarde, Stadsbibliotheek, 5576
(olim Stadsarchief 32)
Post quem: 1275
Ante quem: 1325
Datering: ca. 1300
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 5,  39,  158
(b) vss. 1-278  Gent, Universiteitsbibliotheek, 1590  [1425 - 1475] , f. 87-88 (290 vss.)
Gent, Universiteitsbibliotheek, 1590
Post quem: 1425
Ante quem: 1475
Datering: midden 15e eeuw (BNM: 3e kwart 14e eeuw)
Biemans 1997 , p. 447-448 (61-2)
Biemans 1997 J.A.A.M. Biemans, Onsen Speghele Ystoriale in Vlaemsche. Codicologisch onderzoek naar de overlevering van de Spieghel historiael van Jacob van Maerlant, Philip Utenbroeke en Lodewijk van Velthem met een beschrijving van de handschriften en fragmenten. 2 dln. Leuven (Peeters) 1997. Schrift en schriftdragers in de Nederlanden in de Middeleeuwen II. Diss. Utrecht 1995.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 158,  162
(c) vss. 1-344  Cambridge (Mass.), Houghton Library, Ms. Dutch 13  [1425 - 1450] , f. 205 (variant)
Cambridge (Mass.), Houghton Library, Ms. Dutch 13
Post quem: 1425
Ante quem: 1450
Datering: 1428
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 17,  18,  83,  87,  111,  158
Zie: 
Gysseling 1980-1987 , dl. 1 p. 402-405 (a)
Gysseling 1980-1987 M. Gysseling (ed.), Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300). Reeks 2: Literaire handschriften. 's-Gravenhage (Nijhoff) 1980-1987. 6 dln.
Lambin 1838 , p. 57-58 (b)
Lambin 1838 J.J. Lambin (ed.), 'Van der zielen ende van den lechame, een oud gedicht, en bedenkingen daerop'. In: Belgisch museum 2 (1838), p. 57-77.
Lievens 1993 , (c)
Lievens 1993 R. Lievens, 'Een pseudo-mystieke kantileen: handschrift Cambridge Mass. Dutch 13'. In: Ons geestelijk erf 67 (1993), p. 66-81.
Van der Meersch 1839 , p. 203-212 (a)
Van der Meersch 1839 D.J. van der Meersch, 'Verslag wegens een rijmboek van Martijn van Thorout uit de XIIe eeuw'. In: Belgisch museum 3 (1839), p. 197-218.
De Pauw 1893-1914 , dl. 1 p. 299-301 (a)
De Pauw 1893-1914 N. de Pauw (ed.), Middelnederlandsche gedichten en fragmenten. Gent (Siffer) 1893-1914. 2 dln.
Verdam 1892C , p. 23-24 (b)
Verdam 1892C J. Verdam, 'Nieuwe aanwinsten voor de kennis van het Middelnederlandsch'. In: Versl. & meded. der Kon. Akad. van Wetenschappen. Afd. Letterkunde, 3e reeks nr. 8 (1892), p. 14-46.
Aanvullende informatie bij parallellen en Variant: 
Voor enkele anderstalige varianten, zie 
Rieger 1885 , p. 397. 
Rieger 1885 M. Rieger, 'Zwei Gespräche zwischen Seele und Leib'. In: Germania. Vierteljahrsschrift für deutsche Alterthumskunde 3 (1885), p. 396-407.