Repertorium Hulthem

Van miltheiden ·Cxxviij·

Hulthem-Nr: 
128  (f. 107vb,19-108va,12)
Opschrift: 
Van miltheiden ·Cxxviij·
Incipit: 
Dat alder edelste dat men vint Dat es miltheit ende gheuen
Explicit: 
Hoe dat god gheuen verhief Hier bi leert gheuen emmermere
Afrondingsformule: 
Nota ·C·xix· verse
Weergave inhoud: 
De edelste deugd is de mildheid. Wie is milder dan God Die ons Zijn leven gaf, Zijn rijk en alle aardse goederen. Hij gaf, geeft en zal eeuwig geven. Mildheid en dapperheid gaan hand in hand, neem een voorbeeld aan de Negen Besten: Hector en Machedo [= de Macedoniër Alexander de Grote], Julius en Josue, David en ook Machabeus, Karel en Artur en ten slotte de overzeese koning Godefroete. Gierigheid komt voort uit lafheid en angst. Daar is geen deugd in te vinden, maar het geven verbindt de ziel met God. Zo krijgt de duivel geen kans. Ons is Gods Zoon gegeven, Die door het geven van Zijn leven God en mensen verzoende. Geven schenkt vreugde aan kreupelen en blinden, leidt naar de hemel, geeft de duivel en de woekeraar geen kans, lost boosheid op en brengt vrede. Geef dus van alles wat God u gegeven heeft. Hij haat de vrekken, maar bemint degenen die Zijn voorbeeld van mildheid volgen.
Namen: 
Alexander de Grote Artur David Godfried van Bouillon Hector Jozua Judas Makkabeüs Julius Caesar Karel de Grote Machabeus (Judas Makkabeüs) Macedo (Alexander de Grote)
Auteurs: 
Anoniem?
Anoniem?
Datering: onbekend
Toeschrijving van auteurschap onzeker of wordt betwijfeld. Dit is met name het geval voor de 49 teksteenheden die door Van Eeghem zijn toegeschreven aan Jan Dille (zie Jan Dille?).
Jan Dille?
Jan Dille?
Datering: onbekend
49 teksteenheden toegeschreven door Van Eeghem aan Jan Dille. Betwijfeld (en voor de abele spelen weerlegd) door Van Mierlo. - Nr. 68 toegeschreven door Jonckbloet aan Jan van Hollant en door Van Eeghem aan Jan Dille.
Secundaire literatuur
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.: dl. 3 passim, en p. 184 voor nr. 68.
J. van Mierlo, 'Is Jan Dille de dichter van onze abele spelen?'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1957, p. 65-83.
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.: dl. 3 p. 305
Tekstsoort: 
Profaan-ethische sproke (Hogenelst 1997), leerdicht.
Vorm: 
rijm: ababbaba
Lengte: 
119 vss., 14 strofen van 8 en 1 strofe van 7 regels
Aanvullende informatie: 
Initiaal-D 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) om de 4 regels, f. 108va,3 doorgehaald. ─ Aantal vss. volgens afrondingsformule: 120. Strofenindeling gebaseerd op rijmschema, per 4 vss. een lombarde. Gelet op het rijmschema mankeert na vs. 79 het slotvers van strofe 10. Onzuiver rijm: vss. 34/36, 49/51 en 74/76.
Petit-Nommer(s): 
628
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 594-597
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Van Eeghem 1958-1963 , dl. 3 p. 167 (fragment)
Van Eeghem 1958-1963 W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Serrure 1855 , p. 341-344
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Secundaire literatuur: 
Van Anrooij 1997B , p. 114
Van Anrooij 1997B W. van Anrooij, Helden van weleer. De Negen Besten in de Nederlanden (1300-1700). Amsterdam (Amsterdam University Press) 1997.
Van Eeghem 1958-1963 , dl. 3 p. 167, 168
Van Eeghem 1958-1963 W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 78 (98)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Schroeder 1971 , p. 80
Schroeder 1971 H. Schroeder, Der Topos der Nine Worthies im Literatur und bildender Kunst. Göttingen (Vanderhoeck & Ruprecht) 1971.
Schroeder 1981
Schroeder 1981 H. Schroeder, 'The Nine Worthies. A Supplement'. In: Archiv für das Studium der neueren Sprache und Literaturen 218,2 (1981), p. 330-340.
Parallellen en varianten: