Repertorium Hulthem

Van castidemente

Hulthem-Nr: 
123  (f. 105ra,33-105rb,26)
Opschrift: 
Van castidemente ·Cxxiij·
Incipit: 
DIe jonc ende kintsch es van naturen Het en helpt niet dat men seer castijt
Explicit: 
Ende int ende ben ic bedroghen Als ic mijns gelts ben worden quijt
Afrondingsformule: 
Nota ·xxviij· verse
Weergave inhoud: 
Als je jong en dwaas bent, helpt geen pak slaag je aan wijsheid; dat komt pas met de jaren. Mijn vrienden vermanen me om verstandig te zijn. Ik wíl wel verstandig zijn, maar ik kán het niet. Dwaasheid gaat me beter af. Ik ga liever in goed gezelschap mijn geld verbrassen aan bier of wijn en pret maken met zingen en boerden vertellen. Mijn vrienden berispen mij en mijn vijanden zijn jaloers. Een jaar heeft slechts tweeënvijftig weken en later zal ik wel wijzer worden. Een rode mond, een paar stralend lachende ogen, die raken mijn hart en die vriendschap is verleidelijk. Maar dikwijls worden er leugens over mij verteld als men mij enige wijsheid toeschrijft en uiteindelijk kom ik bedrogen uit als ik mijn geld kwijt ben.
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Leerdicht
Vorm: 
rijm: abab/ababbcbc
Lengte: 
28 vss., 3 strofen van 8 en 1 strofe van 4 regels
Aanvullende informatie: 
Initiaal-D 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) om de 4 regels. ─ Strofenindeling gebaseerd op rijmschema. Rijmschema overwegend ababbcbc, echter strofe 1: abab. Alle c-verzen van de 3 strofen hebben gelijke rijmklanken.
Petit-Nommer(s): 
636
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 582-583
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Serrure 1855 , p. 336-337
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Van Vloten 1885 , p. 151
Van Vloten 1885 J. van Vloten, Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letteren van de vroegste tijden tot op heden, een leer- en handboek voor hoogere burger- en andere scholen. 3e herz. dr. Tiel (Campagne) 1885.
Secundaire literatuur: 
Hogenelst 1991 , p. 380 n. 6
Hogenelst 1991 D. Hogenelst, 'Sproken in de stad: horen, zien en zwijgen'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 166-183 en 379-385. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Lodder 1997 , p. 19, 121
Lodder 1997 F.J. Lodder, Lachen om list en lust. Studies over de Middelnederlandse komische versvertellingen. Leiden (Ridderhof) 1997. Diss. Leiden.
Van Vloten 1885 , p. 150
Van Vloten 1885 J. van Vloten, Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letteren van de vroegste tijden tot op heden, een leer- en handboek voor hoogere burger- en andere scholen. 3e herz. dr. Tiel (Campagne) 1885.
Parallellen en varianten: