Repertorium Hulthem

Van enen hert die minde

Hulthem-Nr: 
118  (f. 103rb,1-103vb,21)
Opschrift: 
Van enen hert die minde Ene hinde
Opschrift: 
·Cxviij·
Incipit: 
NIeman en conste te vollen geprisen Een goet reine salich wijf
Explicit: 
Stedegen wiuen van trouwen daden Moet verbliden die rike god
Afrondingsformule: 
Amen ·C·iiij· verse
Weergave inhoud: 
Een eerzame en trouwe vrouw kan niet genoeg geprezen worden. Ik hoorde eens een verhaal van de liefde tussen een hert en een hinde. Op zekere dag leek de liefde van de hinde bekoeld. Ze begroette het hert achteloos en zei dat het haar eer kostte als ze tegen hem sprak. Het hert kon dat niet geloven. Hij verdacht haar van ontrouw en wispelturigheid en ontliep haar. Later zag hij haar vrolijk in gezelschap van Reinaart de vos en een wolf. Hij ging verhaal halen en hoorde dat de wolf haar 'bescherming' bood. Toen stond haar wispelturigheid voor hem vast. Ook al lijkt ontrouw vaak beloond te worden, edele vrouwen, houd u hier verre van. De hinde loog en bedroog, maar werd later zelf door de wolf bedrogen en liep de meeste schade op. Bedriegers worden ten slotte zelf verraden, versmaad en bespot. Maar standvastige vrouwen zijn God welgevallig. Publieksaanspreking: vs. 92 o edelen vrouwen.
Namen: 
Reinaart (vos)
Auteurs: 
Anoniem?
Anoniem?
Datering: onbekend
Toeschrijving van auteurschap onzeker of wordt betwijfeld. Dit is met name het geval voor de 49 teksteenheden die door Van Eeghem zijn toegeschreven aan Jan Dille (zie Jan Dille?).
Jan Dille?
Jan Dille?
Datering: onbekend
49 teksteenheden toegeschreven door Van Eeghem aan Jan Dille. Betwijfeld (en voor de abele spelen weerlegd) door Van Mierlo. - Nr. 68 toegeschreven door Jonckbloet aan Jan van Hollant en door Van Eeghem aan Jan Dille.
Secundaire literatuur
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.: dl. 3 passim, en p. 184 voor nr. 68.
J. van Mierlo, 'Is Jan Dille de dichter van onze abele spelen?'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1957, p. 65-83.
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.: dl. 3 p. 305
Tekstsoort: 
Fabel (Schippers 1995), minnesproke (Hogenelst 1997).
Vorm: 
rijm: ababbcbc
Lengte: 
104 vss., 13 strofen van 8 regels
Aanvullende informatie: 
Initiaal-N 2 regels hoog, afwisselend lombarden (1 regel hoog) en marginale paragraaftekens om de 4 regels. ─ Strofenindeling gebaseerd op rijmschema. Onzuiver rijm: vss. 13/15, 42/44, 61/63, 66/68 en 97/99.
Petit-Nommer(s): 
471f
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 573-576
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Willems 1842B , p. 418-421
Willems 1842B J.F. Willems (ed.), 'Van enen hert die minde ene hinde'. In: Belgisch museum 6 (1842), p. 418-421.
Willems 1850 , p. 381-383
Willems 1850 J.F. Willems (ed.), Reinaert de Vos, episch fabeldicht van de twaelfde en dertiende eeuw. Met aenmerkingen en ophelderingen van ─. 2e dr. Gent (Gyselynck) 1850.
Secundaire literatuur: 
Van Eeghem 1958-1963 , dl. 3 p. 184
Van Eeghem 1958-1963 W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Glier 1971 , p. 277
Glier 1971 I. Glier, Artes amandi. Untersuchung zu Geschichte, Überlieferung und Typologie der deutschen Minnereden. München (Beck) 1971. Münchener Texte und Untersuchungen zur deutschen Literatur des Mittelalters Bd. 34.
Van Hee 1954 , (licentiaatsverhandeling)
Van Hee 1954 J. van Hee, Proeve van tekstuitgave van Middelnederlandse fabels uit het Hulthemse handschrift. Licentiaatsverhandeling Gent 1954.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 74 (91)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Schippers 1995 , p. 246 (134)
Schippers 1995 J.A. Schippers, Middelnederlandse fabels. Studie van het genre, beschrijving van collecties, catalogus van afzonderlijke fabels. S.l. (s.n.) s.a. [1995]. Diss. Nijmegen.
Schnell 1985
Schnell 1985 R. Schnell, Causa amoris: Liebeskonzeption und Liebesdarstellung in den mittelalterlichen Literatur. Bern (Francke) 1985. Bibliotheca Germanica.
Parallellen en varianten: