Repertorium Hulthem

Dese poente moet een here al

Hulthem-Nr: 
92  (f. 76ra,30-77rb,21)
Opschrift: 
Dese poente moet een here al hebben die sijn lant regeren sal
Opschrift: 
ende daer na werken vroech ende spade ochte hi verliest die gods
Opschrift: 
ghenade ·xCij·
Incipit: 
Here te sine en es gheen spel Want hem meer dan ieman el
Explicit: 
Ende hi sal oec ewelike bedroghen bliuen God hulpe ons allen tenen goeden liue
Afrondingsformule: 
Amen Item ·ijc·v· verse
Weergave inhoud: 
'Heer' te zijn is geen kleinigheid. Meer dan ieder ander moet een heer ervoor zorgen zijn land ten gunste van zijn volk en ter ere Gods te besturen. Ik heb gelezen, dat een landsheer zeven eigenschappen moet bezitten, of hij nu koning, hertog of graaf is. Ten eerste moet hij de rechten van de Heilige Kerk beschermen, ten tweede rechtvaardig zijn in werken en spreken, ten derde verstandig zijn en wijs, ten vierde hoofs en vriendelijk, ten vijfde moedig en onverschrokken, ten zesde weldadig en mild van hart en ten zevende moet hij streng maar rechtvaardig zijn voor de kwaadwillenden. [Vervolgens wordt elk punt met voorbeelden uit de praktijk uitgewerkt. Bij deze uitwerking zijn het vijfde en zesde punt verwisseld.] Als een van deze eigenschappen niet aanwezig is, kan men nooit een volmaakte landsheer zijn. Moge God ons allen bijstaan.
Auteurs: 
Jan van Boendale
Jan van Boendale
Ook bekend als: Jan de Clerc van AntwerpenBoendale
Datering: 13e/14e eeuw (1282-ca. 1350)
Auteur van nrs. 14, 47A, 92, 101, 176, 183 en spreuk 1 van nr. 148. Vermoedelijk geboren in Tervueren, 1e vermelding als (hulp)clerc in 1312, later schepenklerk te Antwerpen.
Secundaire literatuur
M. van de Belt, Jan van Boendale. Een studie naar de omvang van zijn oeuvre. (Ongepubl. doctoraalscriptie Utrecht 1990, te raadplegen in de Universiteitsbibiliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-714).: (scriptie)
H. Brinkman, 'Een wereldbeeld in verzen'. In: M.A. Schenkeveld-Van der Dussen (hoofdred.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen (Martinus Nijhoff) 1993, p. 53-58.
A. van Doorn, Jan van Boendale. Een stadsklerk over vorsten en stadraden. (Ongepubl. doctoraalscriptie Utrecht 1988, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-581).: (scriptie)
P. Génard, 'Jan van Boendale'. In: Het taelverbond (1853), p. 152-210.
P. Génard, Jan van Boendale gezegd Jan de Clerc van Antwerpen. Antwerpen (Peeters) 1853.
J.A. Goris, 'Nieuwe elementen voor de biographie van Jan van Boendale'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1924, p. 153-162.
H. Haerynck, Jan van Boendale ook geheeten Jan de clerc: zijn leven, zijne werken en zijn tijd. Gent (Leliaert & Siffer) 1888.
D. Kinable, Facetten van Boendale. Literair-historische aspecten van Jans teesteye en de Lekenspiegel. Dissertatie (in bewerking).
H.S. Lucas, 'Edward III and the poet chronicler John Boendale'. In: Speculum 12 (1937), p. 367-369.
F.A. Snellaert (ed.), Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken en anderen naar het Oxfordsch handschrift. Brussel (s.n.) 1869.: p. XXXIV-XLVIII en LVIII-LV
M. de Vries (ed.), Der leken spieghel, leerdicht van den jare 1330, door Jan Boendale, gezegd Jan de Clerc, schepenklerk te Antwerpen. Leiden (Du Mortier) 1844-1848. 4 dln. Werken uitgegeven door de Vereeniging ter Bevordering der Oude Nederlandsche Letterkunde.: dl. 1 p. CIII-CXXII
J.F. Willems & J.H. Bormans, De Brabantsche yeesten of rymkronyk van Braband door Jan de Klerk, van Antwerpen. Uitgegeven door ─. Brussel (Hayez) 1839-1869. 3 dln. in 2 bdn. Publications de la Commission Royale d'Histoire de l'Académie Royale de Belgique.: dl. 1 p. X-XXI
Tekstsoort: 
Artestekst (Jansen-Sieben 1989), politieke sproke (Hogenelst 1997), leerdicht.
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
205 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-H 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) en marginale paragraaftekens op onregelmatige plaatsen. ─ Fragment uit Der leken spiegel III, cap. 12. ─ Marginale paragraaftekens voor vss. 9, 12, 16, 19 t/m 23 en lombarden vss. 13, 25, 37, 57, 85, 110, 136 en 186: structurering per point. Weesrijm: vs. 107.
Petit-Nommer(s): 
553i
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 447-453
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Leendertz 1907B , dl. 2 p. 447-448 (tekstvarianten in hs.-Van Hulthem)
Leendertz 1907B P. Leendertz Jr. (ed.), Middelnederlandsche dramatische poëzie. Met inleiding, aantekeningen, bijlagen en woordenlijst uitgegeven door ─. Leiden (Sijthoff) 1907. 3 dln. in 1 bd. Bibliotheek van de Middelnederlandsche letterkunde 13-14.
De Vries 1844-1848 , dl. 3 p. 135-142 (paralleltekst)
De Vries 1844-1848 M. de Vries (ed.), Der leken spieghel, leerdicht van den jare 1330, door Jan Boendale, gezegd Jan de Clerc, schepenklerk te Antwerpen. Leiden (Du Mortier) 1844-1848. 4 dln. Werken uitgegeven door de Vereeniging ter Bevordering der Oude Nederlandsche Letterkunde.
Secundaire literatuur: 
Van Anrooij 1992C , p. 145
Van Anrooij 1992C W. van Anrooij, 'Hoemen ene stat regeren sal. Een vroege stadstekst uit de Zuidelijke Nederlanden'. In: Spiegel der letteren 34 (1992), p. 139-157.
Hogenelst 1994 , p. 269
Hogenelst 1994 D. Hogenelst, 'Zoekplaatje: "Comburg" versus "Hulthem"'. In: J. Reynaert e.a., Wat is wijsheid? Lekenethiek in de Middelnederlandse letterkunde. Amsterdam (Prometheus) 1995, p. 259-273 en 429-433. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 9.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 64 (75)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Jansen-Sieben 1989 , p. 256
Jansen-Sieben 1989 R. Jansen-Sieben, Repertorium van de Middelnederlandse artes-literatuur. Utrecht (HES) 1989.
Kinable 1991 , p. 83, 86 en 91
Kinable 1991 D. Kinable, 'Geïntendeerde publieksgroepen in Boendales Lekenspiegel en Jans teesteye'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 69-100 en 352-362. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Parallellen en varianten: 
(a) vss. 1-205  's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXIII  [1450 - 1475] , f. 135rb-136va
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXIII
Post quem: 1450
Ante quem: 1475
Datering: 3e kwart 15e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 47A,  92,  148,  spr. 1 176,  183
(b) vss. 1-205  Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.658  [1325 - 1375] , f. ?
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.658
Post quem: 1325
Ante quem: 1375
Datering: ca. 1350
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 47A,  92,  148,  spr. 1 176,  183,  189
(c) vss. 1-205  Leiden, Universiteitsbibliotheek, LTK 190  [1100 - 1600] , f. ?
Leiden, Universiteitsbibliotheek, LTK 190
(olim LTK S 52)
Post quem: 1100
Ante quem: 1600
Datering: datering onbekend (BNM: ongedateerd)
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 92
(d) vss. 1-205  Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek, Poët. et philol. fol. 22  [1375 - 1425] , f. 256va-257va
Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek, Poët. et philol. fol. 22
Post quem: 1375
Ante quem: 1425
Datering: 1380-1425
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 2,  18,  24,  44,  71,  (2x) 92,  111,  122,  (2x) 124,  148,  spr. 5 183
(e) vss. 1-170  's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 75 E 62  [1325 - 1350] , f. ? (slot ontbreekt)
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 75 E 62
(olim O 129, olim K 129)
Post quem: 1325
Ante quem: 1350
Datering: 2e kwart 14e eeuw (BNM: ongedateerd)
Biemans 1997 , p. 90, 225, 258, 439
Biemans 1997 J.A.A.M. Biemans, Onsen Speghele Ystoriale in Vlaemsche. Codicologisch onderzoek naar de overlevering van de Spieghel historiael van Jacob van Maerlant, Philip Utenbroeke en Lodewijk van Velthem met een beschrijving van de handschriften en fragmenten. 2 dln. Leuven (Peeters) 1997. Schrift en schriftdragers in de Nederlanden in de Middeleeuwen II. Diss. Utrecht 1995.
De Vries 1844-1848
De Vries 1844-1848 M. de Vries (ed.), Der leken spieghel, leerdicht van den jare 1330, door Jan Boendale, gezegd Jan de Clerc, schepenklerk te Antwerpen. Leiden (Du Mortier) 1844-1848. 4 dln. Werken uitgegeven door de Vereeniging ter Bevordering der Oude Nederlandsche Letterkunde.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 92,  (fragment) 148,  spr. 1 176,  183
Zie: 
Brinkman 1997B , p. 1120-1125 (d)
Brinkman 1997B H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het Comburgse handschrift. Hs. Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek, Cod. poet. et phil. 2º 22. Hilversum (Verloren) 1997. 2 dln. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 4/1-2.
Jansen-Sieben 1989 , p. 256, 260 (a-e)
Jansen-Sieben 1989 R. Jansen-Sieben, Repertorium van de Middelnederlandse artes-literatuur. Utrecht (HES) 1989.
De Vries 1844-1848 , dl. 1 p. CXXII-CXXXIX (a-e)
De Vries 1844-1848 M. de Vries (ed.), Der leken spieghel, leerdicht van den jare 1330, door Jan Boendale, gezegd Jan de Clerc, schepenklerk te Antwerpen. Leiden (Du Mortier) 1844-1848. 4 dln. Werken uitgegeven door de Vereeniging ter Bevordering der Oude Nederlandsche Letterkunde.
De Vries 1844-1848 , dl. 3 p. 135-142 (a-e)
De Vries 1844-1848 M. de Vries (ed.), Der leken spieghel, leerdicht van den jare 1330, door Jan Boendale, gezegd Jan de Clerc, schepenklerk te Antwerpen. Leiden (Du Mortier) 1844-1848. 4 dln. Werken uitgegeven door de Vereeniging ter Bevordering der Oude Nederlandsche Letterkunde.