Repertorium Hulthem

Ene exsempel noch ·ix·

Hulthem-Nr: 
(f. 24rb,5-24va,16)
Opschrift: 
Ene exsempel noch ·ix·
Incipit: 
Een goet man een predecare Lach langhe te bedde meneghe jare
Explicit: 
Dat hi met scanden van hem vliet Daer hijt met trouwen maken siet
Afrondingsformule: 
Explicit Item desen sproke Een goet man een predecare·hout---xlv· verse
Weergave inhoud: 
Een predikheer lag al jarenlang op een ziekenzaal te bed, gekweld door slapeloosheid. Tijdens een nachtelijke verschijning waarschuwde de Moeder Gods hem, dat de duivel in de gedaante van een medebroeder hem zou verleiden. Hij moest dan een kruisteken maken en ze leerde hem een gebed, waarmee hij de duivel kon verjagen. Wonderbaarlijk viel hij in een diepe slaap, sliep door de vespers heen en ontwaakte bij de metten. Direct zag hij de duivel in broedergedaante. Deze groeide en groeide tot hij het plafond raakte. De predikheer maakte een kruisteken en bad het door Maria gegeven gebed. Daarop zonk de gedaante door de grond en verdween. Maak dus altijd het teken van het kruis, waar onze Heer aan stierf en waardoor de duivel in het verderf werd gestort. Die laatste zal onmiddellijk verdwijnen als hij het kruisteken ziet maken.
Namen: 
Maria, moeder van Jezus
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Exsempel (volgens opschrift), sproke (volgens afrondingsformule); Maria-mirakelsproke (Hogenelst 1997), legende.
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
45 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-E 4 regels hoog, Explicit met horizontale streep gerubriceerd. ─ Drierijm: vss. 37/38/39.
Petit-Nommer(s): 
652
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 219-220
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Serrure 1855 , p. 332-333
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Secundaire literatuur: 
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 41 (39)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Laga 1956 , (licentiaatsverhandeling)
Laga 1956 G. Laga, Maria in de Middelnederlandse letterkunde. Onderzoek van de voorstellingswijze in de diverse literaire genres en van het parallellisme in de plastische kunsten. Licentiaatsverhandeling Leuven 1956.
Serrure 1855 , p. 297
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
De Vooys 1926 , p. 173
De Vooys 1926 C.G.N. de Vooys, Middelnederlandse legenden en exempelen. Bijdrage tot de kennis van de prozalitteratuur en het volksgeloof der Middeleeuwen. 2e herz. en verm. uitg. Groningen (Wolters) 1926. [Ongew. herdruk Groningen (Bouma's Boekhuis) 1974]. Diss. Leiden 1900.
Parallellen en varianten: