Repertorium Hulthem

Vander hogher salen ·lxxj·

Hulthem-Nr: 
71  (f. 65ra,3-65va,7)
Opschrift: 
Vander hogher salen ·lxxj·
Incipit: 
IC quam van hier in weet van waer Al in een herberghe hoech van prise
Explicit: 
Dat hi mi bringhe inder inglen sanc Ende hoeden vore der helscher gloet
Afrondingsformule: 
Amen Item ·lxxxviij· verse
Weergave inhoud: 
Ik kwam eens in een herberg met een prachtige zaal en veel kamers. Daar verbleef ik meer dan zeven jaar eer ik vernam dat ik het gelag moest betalen. De machtige waard verlangde echter geld noch goed: ik moest betalen met mijn leven. Ik heb om uitstel verzocht, want daar had ik nog niet op gerekend. Maar nu sommeert de waard mij zijn rekening te voldoen. Mijn eten, mijn drinken en mijn juwelen moet ik achterlaten en ik weet niet waar ik de volgende nacht zal zijn. Wat heb ik een spijt dat ik zo begerig geweest ben naar aards bezit, want nu moet ik het met de dood bekopen. Laat dit een waarschuwing zijn voor de levenden: gedenk dat deze waard macht heeft over verleden, heden en toekomst. Ik wil bij hem blijven. Ik bid hem dan ook om mij te geleiden naar het gezang van de engelen en mij te behoeden voor het helse vuur.
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Religieuze sproke (Hogenelst 1997), memento mori, allegorische tekst.
Vorm: 
rijm: ababbcbc/ababacac
Lengte: 
88 vss., 11 strofen van 8 regels
Aanvullende informatie: 
Initiaal-I 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) om de 8 regels. ─ Strofenindeling gebaseerd op rijmschema en lombarden. Rijmschema overwegend ababbcbc, strofe 1 echter: ababacac. Onzuiver rijm: vss. 5/7 en 25/27.
Petit-Nommer(s): 
695; 697
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 397-399
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Kausler 1840-1866 , dl. 3 p. 126-130 (paralleltekst + tekstvarianten in hs.-Van Hulthem)
Kausler 1840-1866 E. (von) Kausler, Denkmäler altniederländischer Sprache und Literatur. Nach ungedrückten Quellen hrsg. von ─. Tübingen (Fues) 1840. 3 dln. [Nachdr. Hildesheim etc. (Olms) 1978].
Serrure 1855 , p. 347-349
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Secundaire literatuur: 
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 56-57 (63)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Kausler 1840-1866 , dl. 3 p. 472-473
Kausler 1840-1866 E. (von) Kausler, Denkmäler altniederländischer Sprache und Literatur. Nach ungedrückten Quellen hrsg. von ─. Tübingen (Fues) 1840. 3 dln. [Nachdr. Hildesheim etc. (Olms) 1978].
Parallellen en varianten: 
(a) vss. 1-88  Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek, Poët. et philol. fol. 22  [1375 - 1425] , 2x: f. 266va-267ra en 279vb-280rb
Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek, Poët. et philol. fol. 22
Post quem: 1375
Ante quem: 1425
Datering: 1380-1425
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 2,  18,  24,  44,  71,  (2x) 92,  111,  122,  (2x) 124,  148,  spr. 5 183
(b) vss. 35-88  Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, II 116  [1400 - 1450] , f. 7r-8r
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, II 116
Post quem: 1400
Ante quem: 1450
Datering: 1e helft 15e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 6,  47A,  71,  148,  spr. 1 195
Zie: 
Braekman 1969 , p. 89-91 (b)
Braekman 1969 W.L. Braekman, 'Middelnederlandse didactische gedichten en rijmspreuken'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1969, p. 79-111.
Brinkman 1997B , p. 1163-1165, 1217-1219 (a)
Brinkman 1997B H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het Comburgse handschrift. Hs. Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek, Cod. poet. et phil. 2º 22. Hilversum (Verloren) 1997. 2 dln. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 4/1-2.
Kausler 1840-1866 , dl. 3 p. 126-130 (a)
Kausler 1840-1866 E. (von) Kausler, Denkmäler altniederländischer Sprache und Literatur. Nach ungedrückten Quellen hrsg. von ─. Tübingen (Fues) 1840. 3 dln. [Nachdr. Hildesheim etc. (Olms) 1978].