Repertorium Hulthem
Dits sente jans baptisten name
Hulthem-Nr:
41A
(f. 46vb,24-47ra,34)
Opschrift:
Dits sente jans baptisten name
ende op elc lettere van sinen
Opschrift:
name enen lof ·xlj·
Incipit:
Iohannes baptista edel gods vrient
In thoechste hebdi gode ghedient
Explicit:
Alle menschen die souden ·v· louen
Altoes bidt gode voer ons daer bouen
Weergave inhoud:
Johannes Baptista, edele Godsvriend en Gods trouwe dienaar, u hebt altijd heilig geleefd. Aan u heeft God Zijn bijzondere liefde bewezen. Aan niemand voor of na u verklaarde Jezus Christus dat zo duidelijk. Voor u werd geboren was u al uitverkoren om zalig te worden. Wees onze voorspraak in het eeuwige leven. Voorloper van Christus, alleen u was waardig Hem te dopen. U bleef zuiver en ootmoedig tot de dood. In u was de volheid der Heilige Geest. God heeft u bijzonder onderscheiden. Door uw grote deugd bent u in het eeuwige leven tot de hoogste waardigheid verheven. Geloofd zij u door alle mensen. Bid God voor ons daar boven.
Namen:
Jezus
Johannes de Doper/Baptista (St.)
sente jan
Auteurs:
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort:
Gebed (tot Johannes de Doper).
Aanvullende informatie:
Uitkomende initiaal-I 7 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) om de 2 regels, tussenkopje in rood. ─ Acrostichon IOHANNES BAPTISTA. Na 16 vss. als tussenkopje: Dits es op elc lettere van sinen toename enen lof. ─ Structuur van dit (berijmde) gebed verschilt van de beide volgende (proza-)gebeden (41B en C). Onzuiver rijm: vss. 11/12 en 17/18.
Edities:
Brinkman/Schenkel 1999
, band 1 p. 313-314
Brinkman/Schenkel 1999
H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Vanderstichele 1856
, p. 18-19
Vanderstichele 1856
J. Vanderstichele, 'Dietsche kleinigheden, uitgegeven door ─'. In: Rumbeeksche avondstonden 1856, p. 16-26.
Secundaire literatuur:
Oosterman 1995A
, p. 395 n. 208, 281 (207)
Oosterman 1995A
J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Te Winkel 1922-1927
, dl. 2 p. 59
Te Winkel 1922-1927
J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem (Bohn) 1922-1927. 7 dln. [Ongew. herdr. Utrecht etc., 1973].
Parallellen en varianten:
─
