Repertorium Hulthem

Wisen raet van vrouwen ·xxx·

Hulthem-Nr: 
30  (f. 39va,1-40vb,1)
Opschrift: 
Wisen raet van vrouwen ·xxx·
Incipit: 
Ghi hebt ghehoert te meneger stonden Dat vrouwen wisen raet vonden
Explicit: 
Ende niet meer en begherde men daer ter stede Den broeder die die boetscap dede
Afrondingsformule: 
Nota Item desen sproke houdt--ijc·ende·xx· verse
Weergave inhoud: 
Niet alleen in Haarlem verzinnen vrouwen listen. Luister maar. Er was eens een rijke jonkvrouw door haar vader opgesloten in een huis met hoge muren, omdat hij haar maagdelijkheid wilde beschermen. Ze was echter verliefd op een eenvoudige jongeman. Om met hem in contact te komen verzon ze een list. Ze maakte daarbij gebruik van haar wat naïeve biechtvader als tussenpersoon. Deze moest de jongeman eerst waarschuwen dat hij niet rond het huis moest zwerven. Toen zond ze hem een zijden beurs gevuld met goudstukken, onder het mom dat ze geen geschenk van hem wilde aannemen. Tenslotte liet ze hem zeggen, dat hij absoluut geen gebruik meer mocht maken van de ladder die in de buurt van haar venster lag. De rest laat zich raden. Na het minnespel bleven de geliefden goede gevriende en naar een biechtvader als tussenpersoon verlangden ze niet meer.
Namen: 
Haarlem Peter van Iersele
Auteurs: 
Peter van Iersele
Peter van Iersele
Datering: 14e eeuw
Auteur van nr. 30. Wellicht afkomstig uit Haarlem.
Secundaire literatuur
J.F. Willems, 'Berichten wegens oude Nederduitsche dichters'. In: Belgisch museum 1 (1837), p. 326-380.: p. 349-350
Tekstsoort: 
Sproke (volgens afrondingsformule); komische versvertelling (Lodder 1995), boerde (Hogenelst 1997).
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
220 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-G 3 regels hoog, Nota met horizontale streep gerubriceerd. ─ Vss. 156-157 en vss. 190-191 gelijkluidend. Auteur maakt zich bekend in vs. 215. Variant van novelle uit Boccaccio's Decamerone (derde vertelling, derde dag). ─ Onzuiver rijm: vss. 33/34.
Petit-Nommer(s): 
609a
Edities: 
Brandsma 1992 , p. 35-41
Brandsma 1992 Fr. Brandsma & O.S.H. Lie, 'Wisen raet van vrouwen'. In: H. van Dijk e.a. (red.), Klein kapitaal uit het handschrift-Van Hulthem. Zeventien teksten uit Hs. Brussel, K.B. 15.589-623 uitgegeven en ingeleid door neerlandici, verbonden aan tien universiteiten in Nederland en België. Hilversum (Verloren) 1992, p. 32-41. Middeleeuwse studies en bronnen 33.
Brewer 1996 , p. 127-129 (Engelse vertaling)
Brewer 1996 D. Brewer, Medieval comic tales. 2e dr. Cambridge (Brewer) 1996.
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 279-284
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Kruyskamp 1957 , p. 25-31
Kruyskamp 1957 C. Kruyskamp, De Middelnederlandse boerden. Voor het eerst verzameld en uitgegeven door ─. 's-Gravenhage (Nijhoff) 1957.
Meder 1988 , p. 125-129 (bewerking)
Meder 1988 Th. Meder, Hoofsheid is een ernstig spel. Middeleeuwse hoofse teksten. Amsterdam (Querido) 1988. Griffioenserie.
Verwijs 1965 , dl. 3 p. 196-201
Verwijs 1965 Verwijs' Bloemlezing uit de Middelnederlandse dichtkunst, herzien door C.C. de Bruin. 2e dr. Zutphen (Thieme) 1965. 3 dln.
Van der Voort 1976 , p. 273-278
Van der Voort 1976 C. van der Voort, 'Boccaccio e la letteratura neerlandese del trecento'. In: C. Ballerini (cur.), Atti del convegno di Nimega sul Boccaccio (28-30 ottobre 1975). Bologna (Patron) 1976, p. 259-278.
Willems 1839 , (laatste 9 verzen uitgezonderd)
Willems 1839 J.F. Willems (ed.), 'Wisen raet van vrouwen. [Vertelling]'. In: Belgisch museum 3 (1839), p. 108-114.
Secundaire literatuur: 
Boccaccio 1981
Boccaccio 1981 Giovanni Boccaccio, Decamerone. Uit het Italiaans vertaald door F. Denissen. Antwerpen etc. (Manteau) 1981.
Boerke 1968 , (scriptie)
Boerke 1968 J.H. Boerke, De boerde: Wisen raet van vrouwen en de Decamerone. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 1480).
Borgeld 1926 , p. 8-11
Borgeld 1926 A. Borgeld, Vrouwenlist. Verbreiding en oorsprong van een novelle uit den Decamerone. Groningen (Wolters) 1926. Neophilologische Bibliotheek 7.
Brandsma 1992 , p. 32-34
Brandsma 1992 Fr. Brandsma & O.S.H. Lie, 'Wisen raet van vrouwen'. In: H. van Dijk e.a. (red.), Klein kapitaal uit het handschrift-Van Hulthem. Zeventien teksten uit Hs. Brussel, K.B. 15.589-623 uitgegeven en ingeleid door neerlandici, verbonden aan tien universiteiten in Nederland en België. Hilversum (Verloren) 1992, p. 32-41. Middeleeuwse studies en bronnen 33.
Brants 1898
Brants 1898 A. Brants, 'Wisen raet van vrouwen'. In: Taal en letteren 8 (1898), p. 279-285.
Ten Brink 1897 , p. 206
Ten Brink 1897 J. ten Brink, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Amsterdam (Elsevier) 1897.
Dempster 1932
Dempster 1932 G. Dempster, 'Some old dutch and flemish narratives and their relation to analogues in the Decameron'. In: Publications of the Modern Language Association of America 47 (1932), p. 923-948.
Fischer 1983 , p. 483-484, 495-496 en 514
Fischer 1983 H. Fischer, Studien zur deutschen Märendichtung. 2., durchg. und erw. Aufl. besorgt von J. Janota. Tübingen (Niemeyer) 1983.
Goossens 1918
Goossens 1918 Th. Goossens, 'Berginghe of berninghe'. In: Tijdschrift voor taal- en letterkunde 6 (1918), p. 81.
Von der Hagen 1850 , dl. 1 p. 281-311
Von der Hagen 1850 F.H. von der Hagen, Gesammtabenteuer. Hundert altdeutsche Erzählungen: Ritter- und Pfaffen-Mären, Stadt- und Dorfgeschichten, Schänke, Wundersagen und Legenden. Stuttgart etc. (Cottasche Verlag) 1850. 3 dln.
Hines 1993 , p. 242
Hines 1993 J. Hines, The fabliau in English. Londen etc. (Longman) 1993.
Hogenelst 1991 , p. 169
Hogenelst 1991 D. Hogenelst, 'Sproken in de stad: horen, zien en zwijgen'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 166-183 en 379-385. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Hogenelst 1995A
Hogenelst 1995A D. Hogenelst & H.B. van der Weel, 'Letterkunde en muziek'. In: G. van der Ree-Scholtens (red.), Deugd boven geweld. Een geschiedenis van Haarlem 1245-1995. Hilversum (Verloren) 1995, p. 103.
Hogenelst 1995B , p. 238
Hogenelst 1995B D. Hogenelst & F. van Oostrom, Handgeschreven wereld. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1995.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 47-48 (48)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Kruyskamp 1957 , p. 121
Kruyskamp 1957 C. Kruyskamp, De Middelnederlandse boerden. Voor het eerst verzameld en uitgegeven door ─. 's-Gravenhage (Nijhoff) 1957.
Lee 1909 , p. 71-75
Lee 1909 A.C. Lee, The Decamaron: its sources and analogues. London (Nutt) 1909.
Lodder 1994 , p. 255-256
Lodder 1994 F.J. Lodder, '"Ik vind het gewoon lekker". Komische versvertellingen over seksuele moraal'. In: J. Reynaert e.a., Wat is wijsheid? Lekenethiek in de Middelnederlandse letterkunde. Amsterdam (Prometheus) 1995, p. 246-258 en 425-429. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 9.
Lodder 1995 , p. 65, 69
Lodder 1995 F.J. Lodder, 'Een genre der boerden?' In: Queeste 2 (1995), p. 54-71.
Lodder 1997 , (passim)
Lodder 1997 F.J. Lodder, Lachen om list en lust. Studies over de Middelnederlandse komische versvertellingen. Leiden (Ridderhof) 1997. Diss. Leiden.
Meder 1988 , p. 156-157
Meder 1988 Th. Meder, Hoofsheid is een ernstig spel. Middeleeuwse hoofse teksten. Amsterdam (Querido) 1988. Griffioenserie.
Van Moerkerken 1904 , p. 67-68
Van Moerkerken 1904 P.H. van Moerkerken, De satire in de Nederlandsche kunst der Middeleeuwen. Amsterdam (Van Looy) 1904. Diss. Utrecht.
Noomen 1993 , p. 1033 n. 14
Noomen 1993 W. Noomen, 'Une réplique néerlandaise d'un fabliau français: le pescheor de Pont seur Saine et Dits van den vesscher van Parijs'. In: J.-C. Aubailly, E. Baumgartner, F. Dubost e.a. (éds.), Et c'est la fin pour quoy sommes ensemble. Hommage à Jean Dufournet. Littérature, histoire et langue du moyen âge. Parijs (Champion) 1993. 3 dln. Dl. 3, p. 1029-1044. Nouvelle bibliothèque du Moyen Age 25.
Van der Voort 1976 , p. 259-272
Van der Voort 1976 C. van der Voort, 'Boccaccio e la letteratura neerlandese del trecento'. In: C. Ballerini (cur.), Atti del convegno di Nimega sul Boccaccio (28-30 ottobre 1975). Bologna (Patron) 1976, p. 259-278.
Willems 1837B , p. 349-350
Willems 1837B J.F. Willems, 'Berichten wegens oude Nederduitsche dichters'. In: Belgisch museum 1 (1837), p. 326-380.
Te Winkel 1887 , p. 458
Te Winkel 1887 J. te Winkel, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Haarlem (Bohn) 1887.
Te Winkel 1922-1927 , dl. 2 p. 82
Te Winkel 1922-1927 J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem (Bohn) 1922-1927. 7 dln. [Ongew. herdr. Utrecht etc., 1973].
Worp 1897 , p. 389-390
Worp 1897 J.A. Worp, 'Drama's en kluchten naar den Decamerone'. In: Noord en zuid 20 (1897), p. 385-401.
Parallellen en varianten: