Repertorium Hulthem
Scheylich crws ghetide in dietsche
Hulthem-Nr:
203
(f. 211rb,41-212va,5)
Opschrift:
Scheylich crws ghetide in dietsche
·CC·iij·
Incipit:
Here du sels mine lippen
ontdoen·Ende minen mont
Explicit:
Dat ic moet werden werdich uwer pinen
Ende deelachtich Amen
Weergave inhoud:
Heer, open mijn lippen en mijn mond zal Uw lof verkondigen. Wij aanbidden U, Christus en prijzen U, want U hebt met Uw kruis de wereld verlost. Te mettentijd: Christus werd gevangen en overgeleverd aan de joden. Heer, help ons en verlos ons door Uw heilige naam. Laat ons bidden. Heer Jezus Christus, stel Uw lijden en kruisdood tussen Uw oordeel en mijn ziel. Schenk de levenden en doden Uw eeuwige genade, schenk Uw kerk vrede en ons zondaren de eeuwige blijdschap. [Etc.: reeks van gebeden die worden gezegd op de tijden van het koorgebed. Men herdenkt dan de verschillende gebeurtenissen uit het lijden van Christus. Tijdens de metten overweegt men de gevangenneming, bij de priem de voorgeleiding voor Pilatus, bij de terts de doornenkroning, bij de sext de kruisiging, bij de noen de kruisdood, bij de vespers de kruisafname en bij de completen de graflegging.] Rubriek: De paus verleent telkens 100 dagen aflaat aan een ieder die dit gebed leest.
Namen:
Jezus
Joden
Pilatus
Auteurs:
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort:
Ghetide (volgens opschrift); passiegetijden.
Aanvullende informatie:
Initiaal-H 3 regels hoog, tussenkopjes in rood, lombarden (1 of 2 regels hoog) bij aanvang van elk gebed, versalen aan het begin van elke nieuwe zin; f. 211va,10 verwijsteken en in de voormarge een woord (mettentide) toegevoegd, Amen met horizontale streep gerubriceerd. ─ Tussenkopjes: namen van de (koor)gebeden. Rubriek: Soe wie dat dese vorscreuen theilich crws // ghetide leest ende alsoe dicke alst hijt leest // soe heeft hi ·C· daghe aflaet vanden // paus. Vertaling van de Latijnse hymne Patris sapientiae (deel van de korte kruisgetijden).
Edities:
Brinkman/Schenkel 1999
, band 2 p. 1081-1086
Brinkman/Schenkel 1999
H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Serrure 1858A
, p. 433-438
Serrure 1858A
C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten en prozastukken uit de dertiende en veertiende eeuw'. In: Vaderlandsch museum 2 (1858), p. 146-221 en 374-451.
Secundaire literatuur:
Van Dijk 1993B
Van Dijk 1993B
R.Th.M. van Dijk, 'Methodologische kanttekeningen bij het onderzoek van getijdenboeken'. In: Th. Mertens e.a., Boeken voor de eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza. Amsterdam (Prometheus) 1993, p. 210-229 en 434-437. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 8.
Meertens 1930-1934
, dl. 1 p. 15
Meertens 1930-1934
M. Meertens, De godsvrucht in de Nederlanden. Naar handschriften van gebedenboeken der XVe eeuw. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel etc.) 1930-1934. 6 dln. [alleen dln. 1-3 en 6 verschenen]. Historische bibliotheek van godsdienstwetenschappen.
Oosterman 1993
Oosterman 1993
J.B. Oosterman, 'Om de grote kracht der woorden. Middelnederlandse gebeden en rubrieken in het Brugge van de vroege vijftiende eeuw'. In: Th. Mertens e.a., Boeken voor de eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza. Amsterdam (Prometheus) 1993, p. 230-244 en 437-444. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 8.
Oosterman 1995A
, p. 68, 371 n. 80
Oosterman 1995A
J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Parallellen en varianten:
(a)
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 3.014-15
[1400 - 1500]
, f. 1-25v (variant)
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 3.014-15
Post quem: 1400
Ante quem: 1500
Datering: 15e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s):
203
(b)
olim Münster, Universitätsbibliothek, 783
[1375 - 1400]
, f. 107r-112r (variant)
olim Münster, Universitätsbibliothek, 783
(olim Kon. Paul. Bibl. 419) (sinds W.O. II vermist)
Post quem: 1375
Ante quem: 1400
Datering: 1383 (BNM: 1398)
Moll 1880
Moll 1880
W. Moll, Geert Groote's Dietsche vertalingen. Beschreven en toegelicht door ─. Amsterdam (Müller) 1880. Verhandelingen der Kon. Ned. Acad. van Wetenschappen, afd. Letterkunde, deel XIII.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s):
6,
203
(c)
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXXVI
[1350 - 1400]
, f. 1a-7a, 75b-79b (variant)
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXXVI
Post quem: 1350
Ante quem: 1400
Datering: 2e helft 14e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s):
6,
7,
17,
(2x)
18,
19A,
19B,
19C,
36A,
83,
(2x)
87,
104,
166,
203
Zie:
Meertens 1930-1934
, dl. 6 p. 27 (a)
Meertens 1930-1934
M. Meertens, De godsvrucht in de Nederlanden. Naar handschriften van gebedenboeken der XVe eeuw. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel etc.) 1930-1934. 6 dln. [alleen dln. 1-3 en 6 verschenen]. Historische bibliotheek van godsdienstwetenschappen.
Meijer 1839
, (c)
Meijer 1839
G.J. Meijer, 'Verslag van en mededeeling uit twee getijdenboeken der veertiende eeuw'. In: Verhandelingen der Tweede Klasse van het Kon. Ned. Inst. van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten 6 (1839), 2e stuk p. 32-71.
Moll 1880
, p. 18-23, 38-40, 99-101 (b)
Moll 1880
W. Moll, Geert Groote's Dietsche vertalingen. Beschreven en toegelicht door ─. Amsterdam (Müller) 1880. Verhandelingen der Kon. Ned. Acad. van Wetenschappen, afd. Letterkunde, deel XIII.
Oosterman 1995A
, p. 68 n. 80 (c)
Oosterman 1995A
J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.