Repertorium Hulthem

Vanden vos ende vanden wolf

Hulthem-Nr: 
186  (f. 185vb,42-186rb,31)
Opschrift: 
Vanden vos ende vanden wolf ·C·lxxxvj·
Incipit: 
Het gheuiel tenen tiden Dat die vos soude liden
Explicit: 
In ertrike dat ic duchte Die rijcheit core voer goet gheruchte
Afrondingsformule: 
Nota ·lxxvj· verse
Weergave inhoud: 
Eens zag de vos zijn oom, Isegrim de wolf, zitten kijken naar een veld schapen en varkens. De dieren werden door de herders goed bewaakt. Reinaert vroeg of dat vee aan Isegrim was toevertrouwd. Die wou dat dat waar was: de dieren waren vet genoeg. Hij klaagde dat hij een ongeluksvogel was, want men vertrouwde hem niet. Een kraai kon rustig op de rug van een schaap blijven zitten maar als híj daar zat, dan zou men hem verjagen met schelden en schreeuwen en de honden los laten. De vos meende dat het Isegrims eigen schuld was. Als zijn oom zich in het verleden beter had gedragen, in plaats van te roven en te moorden, dan was hem alle goeds vanzelf toegevallen. Zoals Salomoen al schreef: Een goede naam is van onschatbare waarde en meer waard dan rijkdom. Toch vrees ik dat er velen zijn die bezit verkiezen boven een goede naam.
Namen: 
Isegrim Reinaart (vos) Salomon
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Fabel (Schippers 1995), profaan-ethische sproke (Hogenelst 1997).
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
76 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-H 2 regels hoog, Nota met horizontale streep gerubriceerd.
Petit-Nommer(s): 
471a
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 2 p. 963-965
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Mone 1834A , kol. 299-302
Mone 1834A F.J. Mone (Hrsg.), 'Zum Reinhart Fuchs von Jakob Grimm, Quellen'. In: Anzeiger für Kunde des teutschen Mittelalters 3 (1834), kol. 294-306.
Willems 1850 , p. 290-292
Willems 1850 J.F. Willems (ed.), Reinaert de Vos, episch fabeldicht van de twaelfde en dertiende eeuw. Met aenmerkingen en ophelderingen van ─. 2e dr. Gent (Gyselynck) 1850.
Secundaire literatuur: 
Van Anrooij 1991 , p. 198
Van Anrooij 1991 W. van Anrooij & A.M.J. van Buuren, ''sLevens felheid in één band: het handschrift-Van Hulthem'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 184-199 en 385-391. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Van Hee 1954 , (licentiaatsverhandeling)
Van Hee 1954 J. van Hee, Proeve van tekstuitgave van Middelnederlandse fabels uit het Hulthemse handschrift. Licentiaatsverhandeling Gent 1954.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 98-99 (131)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Mone 1834A , kol. 299-301
Mone 1834A F.J. Mone (Hrsg.), 'Zum Reinhart Fuchs von Jakob Grimm, Quellen'. In: Anzeiger für Kunde des teutschen Mittelalters 3 (1834), kol. 294-306.
Van Oostrom 1983 , p. 36
Van Oostrom 1983 F. van Oostrom, Reinaert primair. Over het geïntendeerde publiek en de oorspronkelijke functie van Van de vos Reinaerde. Utrecht (HES) 1983.
Schippers 1995 , p. 312 (416)
Schippers 1995 J.A. Schippers, Middelnederlandse fabels. Studie van het genre, beschrijving van collecties, catalogus van afzonderlijke fabels. S.l. (s.n.) s.a. [1995]. Diss. Nijmegen.
Parallellen en varianten: