Repertorium Hulthem

O intemorata in dietsche ·xviij·

Hulthem-Nr: 
18  (f. 28va,28-28vb,45)
Opschrift: 
O intemorata in dietsche ·xviij·
Incipit: 
Ombevlecte ende ghebenedijdt Maria eweleec sonder verlijt
Explicit: 
Alse moeder ende tkint tien stonden V· tween ic onselich sondare [...]
Weergave inhoud: 
Onbevlekte, gezegende Maria, Moeder Gods en Maagd, luister naar mijn onwaardige gebeden en wees mijn altijddurende bijstand. O Sint Jan, Gods uitverkoren dienaar, u roep ik aan om samen met de Heilige Maagd mij te willen helpen. Maria en Sint Jan, Gods twee heldere lichten, verjaag de duisternis van mijn slechtheid. Want voor u beiden bereidde God een speciale plaats in Zijn hemelrijk. Toen Zijn Zoon aan het kruis hing, zei Hij: Vrouwe, ziedaar uw zoon en Jan, ziedaar uw moeder. Zorg voor haar. Omdat u door deze woorden aan elkaar verbonden zijt [vraag ik, onzalige zondaar, om uw bijzondere steun en voorspraak voor mij bij God. Uw invloed bij God is zo groot. Bid daarom voor mij, opdat de Heilige Geest mij van zonden moge zuiveren en mijn hart en ziel versieren met heilige deugden (het slot van dit gebed is samengevat volgens een paralleltekst). Vertaling in de volkstaal van O intemerata].
Namen: 
Diets Johannes de Evangelist (St.) Maria, moeder van Jezus
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Gebed (tot Maria).
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
53 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-O 2 regels hoog, na f. 28 ontbreekt (tenminste) één blad: tekstverlies; op deze plaats is een blanco folium ingevoegd en (abusievelijk) 2 folia, die oorspronkelijk volgden op f. 241. ─ Slot ontbreekt.
Petit-Nommer(s): 
833; 1692
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 238-239
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Kausler 1840-1866 , dl. 2 p. 557-560 (paralleltekst)
Kausler 1840-1866 E. (von) Kausler, Denkmäler altniederländischer Sprache und Literatur. Nach ungedrückten Quellen hrsg. von ─. Tübingen (Fues) 1840. 3 dln. [Nachdr. Hildesheim etc. (Olms) 1978].
Leendertz 1907B , p. 446 (tekstvarianten in hs.-Van Hulthem)
Leendertz 1907B P. Leendertz Jr. (ed.), Middelnederlandsche dramatische poëzie. Met inleiding, aantekeningen, bijlagen en woordenlijst uitgegeven door ─. Leiden (Sijthoff) 1907. 3 dln. in 1 bd. Bibliotheek van de Middelnederlandsche letterkunde 13-14.
Secundaire literatuur: 
Laga 1956 , (licentiaatsverhandeling)
Laga 1956 G. Laga, Maria in de Middelnederlandse letterkunde. Onderzoek van de voorstellingswijze in de diverse literaire genres en van het parallellisme in de plastische kunsten. Licentiaatsverhandeling Leuven 1956.
Oosterman 1992 , n. 26
Oosterman 1992 J.B. Oosterman, 'Maria vrou dijn reynicheit. Een aan Willem van Hildegaersberch toegeschreven Mariagebed'. In: Ons geestelijk erf 66 (1992), p. 260-283.
Te Winkel 1922-1927 , dl. 2 p. 55
Te Winkel 1922-1927 J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem (Bohn) 1922-1927. 7 dln. [Ongew. herdr. Utrecht etc., 1973].
Parallellen en varianten: 
(a) vss. 1-53  Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek, Poët. et philol. fol. 22  [1375 - 1425] , f. 101vb-102va (complete tekst)
Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek, Poët. et philol. fol. 22
Post quem: 1375
Ante quem: 1425
Datering: 1380-1425
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 2,  18,  24,  44,  71,  (2x) 92,  111,  122,  (2x) 124,  148,  spr. 5 183
(b) vss. 1-53  Cambridge (Mass.), Houghton Library, Ms. Dutch 13  [1425 - 1450] , f. 142-160 (prozavariant)
Cambridge (Mass.), Houghton Library, Ms. Dutch 13
Post quem: 1425
Ante quem: 1450
Datering: 1428
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 17,  18,  83,  87,  111,  158
(c) vss. 1-53  Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 2.905-09  [1375 - 1425] , f. 129-130 (variant)
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 2.905-09
Post quem: 1375
Ante quem: 1425
Datering: begin 15e eeuw (BNM: eind 14e, begin 15e eeuw)
Oosterman 1995A , p. 330 (22)
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 6,  18,  32,  42,  190,  196,  204
(d) vss. 1-53  's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXXVI  [1350 - 1400] , f. 107a-108b (variant)
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXXVI
Post quem: 1350
Ante quem: 1400
Datering: 2e helft 14e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 6,  7,  17,  (2x) 18,  19A,  19B,  19C,  36A,  83,  (2x) 87,  104,  166,  203
(e) vss. 1-53  Averbode, Norbertijner Abdij, sectie IV, nr. 317  [1400 - 1500] , f. 48-53 (variant)
Averbode, Norbertijner Abdij, sectie IV, nr. 317
(olim 4)
Post quem: 1400
Ante quem: 1500
Datering: 15e eeuw (BNM: ongedateerd)
Meertens 1930-1934 , dl. 6 p. 14
Meertens 1930-1934 M. Meertens, De godsvrucht in de Nederlanden. Naar handschriften van gebedenboeken der XVe eeuw. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel etc.) 1930-1934. 6 dln. [alleen dln. 1-3 en 6 verschenen]. Historische bibliotheek van godsdienstwetenschappen.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 18
Zie: 
Brinkman 1997B , p. 513-515 (a)
Brinkman 1997B H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het Comburgse handschrift. Hs. Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek, Cod. poet. et phil. 2º 22. Hilversum (Verloren) 1997. 2 dln. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 4/1-2.
Kausler 1840-1866 , dl. 2 p. 557-560 en dl. 3 p. 331-336 (a)
Kausler 1840-1866 E. (von) Kausler, Denkmäler altniederländischer Sprache und Literatur. Nach ungedrückten Quellen hrsg. von ─. Tübingen (Fues) 1840. 3 dln. [Nachdr. Hildesheim etc. (Olms) 1978].
Lievens 1993 , p. 66-70 (b)
Lievens 1993 R. Lievens, 'Een pseudo-mystieke kantileen: handschrift Cambridge Mass. Dutch 13'. In: Ons geestelijk erf 67 (1993), p. 66-81.
Meertens 1930-1934 , dl. 6 p. 15 (c, e)
Meertens 1930-1934 M. Meertens, De godsvrucht in de Nederlanden. Naar handschriften van gebedenboeken der XVe eeuw. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel etc.) 1930-1934. 6 dln. [alleen dln. 1-3 en 6 verschenen]. Historische bibliotheek van godsdienstwetenschappen.
Meijer 1839 , p. 33 (d)
Meijer 1839 G.J. Meijer, 'Verslag van en mededeeling uit twee getijdenboeken der veertiende eeuw'. In: Verhandelingen der Tweede Klasse van het Kon. Ned. Inst. van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten 6 (1839), 2e stuk p. 32-71.
Oosterman 1995A , p. 303 (287) (a)
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Verdam 1898 , p. 149 (d)
Verdam 1898 J. Verdam, 'Middelnederlandsche geestelijke poëzie (naar aanleiding van twee handschriften in de boekerij der Akademie)'. In: Versl. & meded. der Kon. Akad. van Wetenschappen. Afd. Letterkunde 4e reeks nr. 2 (1898), p. 145-174.
Aanvullende informatie bij parallellen en Variant: 
Vele varianten worden vermeld in 
Meertens 1930-1934 , dl. 6 p. 17. Zie ook 
Oosterman 1995A
, p. 301-303. 
Meertens 1930-1934 M. Meertens, De godsvrucht in de Nederlanden. Naar handschriften van gebedenboeken der XVe eeuw. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel etc.) 1930-1934. 6 dln. [alleen dln. 1-3 en 6 verschenen]. Historische bibliotheek van godsdienstwetenschappen.
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.