Repertorium Hulthem

Van onser vrouwen

Hulthem-Nr: 
166  (f. 165ra,26-165va,14)
Opschrift: 
Van onser vrouwen ·C·lxvj·
Incipit: 
O Maria vrouwe dijn reinecheit Die si heden mijn ommecleit
Explicit: 
Verloest mi met uwer beden O werde tempel der drievoldechede
Afrondingsformule: 
Amen ·lxix· verse
Weergave inhoud: 
Maria, moge uw reinheid mijn mantel zijn en mijn hulp tegen al mijn vijanden. Ik stel mij onder uw bescherming en ook onder die van de Vrucht die u maagdelijk ontving, opdat niemand mij zal schaden. Laat mij door uw liefde voor Hem met Hem verenigd worden, zodat de duivel mij naar ziel en lichaam met rust laat. Omwille van het lijden dat u tezamen met uw Zoon wilde doorstaan om ons te bevrijden, behoed mij voor grote droefheid voor Zijn rechterstoel en sta mij bij in alle nood. Aan u die in de hemel gekroond zit aan Gods rechterhand, draag ik mijn gedachten, woorden en werken op en alles wat ik bezit. Maria, uw naam is verheven boven de twaalf koningen van Israël en de apostelen. Zon en morgenster, de engelen loven uw naam waardoor wij uit de afdwalingen en van de zonden zijn verlost. Verlos mij met uw gebeden, Maria, tempel der drievuldigheid.
Namen: 
Maria, moeder van Jezus
Auteurs: 
Willem van Hildegaersberch? (1)
Willem van Hildegaersberch? (1)
Datering: onbekend
Nr. 166 toegeschreven door Oosterman aan Willem van Hildegaersberch. Niet weerlegd.
Secundaire literatuur
J.B. Oosterman, 'Om de grote kracht der woorden. Middelnederlandse gebeden en rubrieken in het Brugge van de vroege vijftiende eeuw'. In: Th. Mertens e.a., Boeken voor de eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza. Amsterdam (Prometheus) 1993, p. 230-244 en 437-444. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 8.
Tekstsoort: 
Gebed (tot Maria).
Vorm: 
rijm: aaaabbccccbb
Lengte: 
69 vss., 4 strofen van 12, 1 van 11 en 1 van 10 regels
Aanvullende informatie: 
Initiaal-O 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) om de 12 regels, Amen met horizontale streep gerubriceerd. ─ Uitbreiding van een oorspronkelijk kortere tekst (Oosterman 1995A), wellicht ontstaan tussen 1383-1407. ─ Strofenindeling gebaseerd op rijmschema en lombarden. Gelet op het rijmschema: na vss. 1-2 mankeren twee verzen en na vss. 35-38 mankeert een vers. Onzuiver rijm: vss. 18/19/20, 27/28 en 41/42/43.
Petit-Nommer(s): 
1657f
Edities: 
Bisschop 1870 , p. 91-92 (paralleltekst + tekstvarianten in hs.-Van Hulthem)
Bisschop 1870 W. Bisschop & E. Verwijs, Gedichten van Willem van Hildegaersberch. Vanwege de Mij. der Ned. letterkunde te Leiden uitgegeven door ─. 's-Gravenhage (Nijhoff) 1870. [Fotogr. herdruk Utrecht (HES) 1981].
Brinkman/Schenkel 1999 , band 2 p. 865-876
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
De Pauw 1893-1914 , dl. 1 p. 77-79
De Pauw 1893-1914 N. de Pauw (ed.), Middelnederlandsche gedichten en fragmenten. Gent (Siffer) 1893-1914. 2 dln.
Secundaire literatuur: 
Burghoorn 1984 , (scriptie)
Burghoorn 1984 J. Burghoorn, Maria in Hulthem. Een onderzoek naar de achtergronden van drie Maria-gedichten uit het handschrift van Hulthem, ingeleid, geannoteerd en van een toelichting voorzien. (Ongepubl. doctoraalscriptie Ermelo 1984, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-357).
Laga 1956 , (licentiaatsverhandeling)
Laga 1956 G. Laga, Maria in de Middelnederlandse letterkunde. Onderzoek van de voorstellingswijze in de diverse literaire genres en van het parallellisme in de plastische kunsten. Licentiaatsverhandeling Leuven 1956.
Meder 1991A , p. 32
Meder 1991A T. Meder, Sprookspreker in Holland. Leven en werk van Willem van Hildegaersberch (ca. 1400). Amsterdam (Prometheus) 1991. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 3. Diss. Leiden.
Oosterman 1992
Oosterman 1992 J.B. Oosterman, 'Maria vrou dijn reynicheit. Een aan Willem van Hildegaersberch toegeschreven Mariagebed'. In: Ons geestelijk erf 66 (1992), p. 260-283.
Oosterman 1995A , p. 109, 360 n. 21, 386 n. 78
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Parallellen en varianten: 
(a) vss. 1-89  Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.659-61  [1450 - 1475] , f. 23r (kortere tekst)
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.659-61
(olim 198)
Post quem: 1450
Ante quem: 1475
Datering: 1469
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 25,  102,  166,  177,  184,  189
(b) vss. 1-89  's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 128 E 6  [1475 - 1500] , f. 49v (kortere tekst)
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 128 E 6
(olim AA 70)
Post quem: 1475
Ante quem: 1500
Datering: ca. 1480
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 25,  102,  108,  spr. 5 158,  162,  166,  177,  184,  192
(c) vss. 1-89  's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXXVI  [1350 - 1400] , f. 119v-121r (kortere tekst)
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXXVI
Post quem: 1350
Ante quem: 1400
Datering: 2e helft 14e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 6,  7,  17,  (2x) 18,  19A,  19B,  19C,  36A,  83,  (2x) 87,  104,  166,  203
(d) vss. 1-89  Los Angeles (California), J. Paul Getty Museum, 40  [1400 - 1425] , f. 200r-202v (kortere tekst)
Los Angeles (California), J. Paul Getty Museum, 40
Post quem: 1400
Ante quem: 1425
Datering: ca. 1405-1410
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 166
Zie: 
Bisschop 1870 , p. 91-92 (a, b)
Bisschop 1870 W. Bisschop & E. Verwijs, Gedichten van Willem van Hildegaersberch. Vanwege de Mij. der Ned. letterkunde te Leiden uitgegeven door ─. 's-Gravenhage (Nijhoff) 1870. [Fotogr. herdruk Utrecht (HES) 1981].
Meder 1991A , p. 19, 30-32, 172 (a, b)
Meder 1991A T. Meder, Sprookspreker in Holland. Leven en werk van Willem van Hildegaersberch (ca. 1400). Amsterdam (Prometheus) 1991. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 3. Diss. Leiden.
Meijer 1839 , (c)
Meijer 1839 G.J. Meijer, 'Verslag van en mededeeling uit twee getijdenboeken der veertiende eeuw'. In: Verhandelingen der Tweede Klasse van het Kon. Ned. Inst. van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten 6 (1839), 2e stuk p. 32-71.
Oosterman 1992 , (a-d)
Oosterman 1992 J.B. Oosterman, 'Maria vrou dijn reynicheit. Een aan Willem van Hildegaersberch toegeschreven Mariagebed'. In: Ons geestelijk erf 66 (1992), p. 260-283.
Oosterman 1995A , p. 294 (261) (a-d)
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Verdam 1898 , p. 168 (c)
Verdam 1898 J. Verdam, 'Middelnederlandsche geestelijke poëzie (naar aanleiding van twee handschriften in de boekerij der Akademie)'. In: Versl. & meded. der Kon. Akad. van Wetenschappen. Afd. Letterkunde 4e reeks nr. 2 (1898), p. 145-174.