Repertorium Hulthem

Van lacarise den keitijf

Hulthem-Nr: 
163  (f. 164ra,28-164vb,6)
Opschrift: 
Van lacarise den keitijf Die een ander [enen pape] sach bruden sijn wijf
Opschrift: 
·C·lxiij·
Incipit: 
EEn auontuere in corten wort Salics v tellen warics ghehort
Explicit: 
Dits die vite van lacarise God bringhe ons ten eweghen paradise
Afrondingsformule: 
Amen ·C·iiij· verse
Weergave inhoud: 
In Lokere aan de Schelde woonde Machtelt met haar domme man Lacarijs. Op zekere dag ontving ze liefdesbezoek van een paap, toen haar man binnenkwam en zijn eten eiste. Ze vroeg welke duivelskunst hem bij haar bracht, want haar man was gisteren gestorven. Lacarijs schrok van dit 'wonder' en vroeg zijn vrouw hem op een baar te leggen, dan zou hij doodstil blijven liggen. Lachend speelde Machtelt toen met haar paap het minnespel. Lacarijs zag het gebeuren, maar kon de paap niets verwijten, want hij was zelf toch dood! Zulke domme mensen vind je nu nog maar weinig, maar vrouwen zitten vol kwaad. De goeden niet te na gesproken, want deugdzame vrouwen zijn alle eer waard. Een slechte vrouw moet haar natuur volgen en is door geen muur tegen te houden. Ik weet niet hoe het verder met Lacarijs is afgelopen, maar dit was zijn vite. Moge God ons naar Zijn eeuwige paradijs brengen.
Namen: 
Lacarijs Loker Machtelt Schelde
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Vite (volgens vs. 103); komische versvertelling (Lodder 1995) satire, boerde.
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
104 vss.
Aanvullende informatie: 
In de titel en vss. 9, 15, 36, 38, 59, 67, 76, 83, 84 en 85 een woord (pape?) in afwijkende (16e-eeuwse?) hand vervangen door een ander, ghilde of vrient, in vs. 11 stille toegevoegd, in vs. 70 cloester veranderd in bordeel. Initiaal-E 2 regels hoog, f. 164va,2 marginaal paragraafteken, Amen met horizontale streep gerubriceerd. ─ Variant van een novelle uit Boccaccio's Decamerone (achtste vertelling derde dag), een Oudfranse fabliau en een Duitse Märe. ─ Paragraafteken voor vs. 55. Onzuiver rijm: vss. 19/20 en 43/44.
Petit-Nommer(s): 
648
Edities: 
Brewer 1996 , p. 132-133 (Engelse vertaling)
Brewer 1996 D. Brewer, Medieval comic tales. 2e dr. Cambridge (Brewer) 1996.
Brinkman/Schenkel 1999 , band 2 p. 860-863
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Jongen 1995 , p. 55-57 (bewerking)
Jongen 1995 L. Jongen, Van papen en hoeren, van ridders en boeren. Tien middeleeuwse moppen. Vertaald door ─. Hilversum (Verloren) 1995.
Kruyskamp 1957 , p. 58-61
Kruyskamp 1957 C. Kruyskamp, De Middelnederlandse boerden. Voor het eerst verzameld en uitgegeven door ─. 's-Gravenhage (Nijhoff) 1957.
Lubberts 1992 , dl. 2 p. 28-29
Lubberts 1992 J.D. Lubberts & E. Visser, Met zoveel woorden. Zutphen (Thieme) 1992. 2 dln.
Negen teksten 1980 , p. 66-74
Negen teksten 1980 Negen teksten uit het handschrift-Van Hulthem. Eindverslagen van het werkcollege Middelnederlandse letterkunde voor tweedejaarsstudenten. Utrecht 1980 [Interne publ. De Vooys].
Verwijs 1860 , p. 19-22
Verwijs 1860 E. Verwijs, Dit sijn X goede boerden. Uitgegeven en toegelicht door ─. 's-Gravenhage etc. (Nijhoff) 1860.
Secundaire literatuur: 
Van Anrooij 1991 , p. 191
Van Anrooij 1991 W. van Anrooij & A.M.J. van Buuren, ''sLevens felheid in één band: het handschrift-Van Hulthem'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 184-199 en 385-391. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Boccaccio 1981
Boccaccio 1981 Giovanni Boccaccio, Decamerone. Uit het Italiaans vertaald door F. Denissen. Antwerpen etc. (Manteau) 1981.
Ten Brink 1897 , p. 205-206
Ten Brink 1897 J. ten Brink, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Amsterdam (Elsevier) 1897.
Dempster 1932 , p. 926, 937
Dempster 1932 G. Dempster, 'Some old dutch and flemish narratives and their relation to analogues in the Decameron'. In: Publications of the Modern Language Association of America 47 (1932), p. 923-948.
Van Engeldorp Gastelaars 1984 , p. 16, 41
Van Engeldorp Gastelaars 1984 W. van Engeldorp Gastelaars, Ic sal u smiten op uwen tant: geweld tussen man en vrouw in laat-middeleeuwse kluchten. Amsterdam (UvA) 1984. Korenbloemen 1.
Fischer 1983 , nr. 127c
Fischer 1983 H. Fischer, Studien zur deutschen Märendichtung. 2., durchg. und erw. Aufl. besorgt von J. Janota. Tübingen (Niemeyer) 1983.
Hines 1993 , p. 240-241, 244
Hines 1993 J. Hines, The fabliau in English. Londen etc. (Longman) 1993.
Hogenelst 1991 , p. 170-171, 381 n. 14
Hogenelst 1991 D. Hogenelst, 'Sproken in de stad: horen, zien en zwijgen'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 166-183 en 379-385. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 92 (120)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Jongen 1995 , p. 12, 55-57, 65
Jongen 1995 L. Jongen, Van papen en hoeren, van ridders en boeren. Tien middeleeuwse moppen. Vertaald door ─. Hilversum (Verloren) 1995.
Jungman 1995 , p. 44
Jungman 1995 G. Jungman & A. van Gijsen, 'Het lot van een orakelboek. Een bijdrage tot de reconstructie van het handschrift-Van Hulthem'. In: Millennium 9 (1995), p. 27-45.
Keller 1855 , p. 210-221
Keller 1855 H.A. (von) Keller, Erzählungen aus altdeutschen Handschriften. Stuttgart (Literarischer Verein) 1855.
Kruyskamp 1957 , p. 123-124
Kruyskamp 1957 C. Kruyskamp, De Middelnederlandse boerden. Voor het eerst verzameld en uitgegeven door ─. 's-Gravenhage (Nijhoff) 1957.
Leendertz 1901
Leendertz 1901 P. Leendertz Jr., 'X Goede Boerden'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 20 (1901), p. 19.
Lodder 1981 , (scriptie)
Lodder 1981 F.J. Lodder, Dits van den boerden. (Ongepubl. MO-scriptie Ridderkerk 1981, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-307).
Lodder 1982
Lodder 1982 F.J. Lodder, 'De moraal van de boerden'. In: De nieuwe taalgids 75 (1982), p. 39-49.
Lodder 1993 , p. 240-241
Lodder 1993 F.J. Lodder, 'Zwartgemaakte geestelijken in het handschrift-Van Hulthem'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 109 (1993), p. 236-244.
Lodder 1994 , p. 252, 254, 256-257
Lodder 1994 F.J. Lodder, '"Ik vind het gewoon lekker". Komische versvertellingen over seksuele moraal'. In: J. Reynaert e.a., Wat is wijsheid? Lekenethiek in de Middelnederlandse letterkunde. Amsterdam (Prometheus) 1995, p. 246-258 en 425-429. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 9.
Lodder 1995 , p. 69
Lodder 1995 F.J. Lodder, 'Een genre der boerden?' In: Queeste 2 (1995), p. 54-71.
Lodder 1997 , (passim)
Lodder 1997 F.J. Lodder, Lachen om list en lust. Studies over de Middelnederlandse komische versvertellingen. Leiden (Ridderhof) 1997. Diss. Leiden.
Van Moerkerken 1904 , p. 58
Van Moerkerken 1904 P.H. van Moerkerken, De satire in de Nederlandsche kunst der Middeleeuwen. Amsterdam (Van Looy) 1904. Diss. Utrecht.
Noomen 1983-... , dl. 5 p. 223-249, 418-424
Noomen 1983-... W. Noomen & N. van den Boogaard, Nouveau recueil complet des fabliaux. Publié par ─. Assen etc. (Van Gorcum) 1983-... . 10 dln.
Noomen 1993 , p. 1030, 1033 n. 18
Noomen 1993 W. Noomen, 'Une réplique néerlandaise d'un fabliau français: le pescheor de Pont seur Saine et Dits van den vesscher van Parijs'. In: J.-C. Aubailly, E. Baumgartner, F. Dubost e.a. (éds.), Et c'est la fin pour quoy sommes ensemble. Hommage à Jean Dufournet. Littérature, histoire et langue du moyen âge. Parijs (Champion) 1993. 3 dln. Dl. 3, p. 1029-1044. Nouvelle bibliothèque du Moyen Age 25.
Pleij 1980-1981 , p. 329
Pleij 1980-1981 H. Pleij, 'Over de betekenis van Middelnederlandse teksten. Boekbespreking van Esmoreit, uitgeg. door A.M. Duinhoven'. In: Spektator 10 (1980-1981), p. 299-339.
Raas 1983 , p. 229-233
Raas 1983 F. Raas, Die Wette der drei Frauen: Beiträge zur Motivgeschichte und zur literarischen Interpretation der Schwankdichtung. Bern (Francke) 1983. Diss. Basel 1975. Basler Studien zur deutschen Sprache und Literatur Bd. 58.
Van der Ven 1981 , (scriptie)
Van der Ven 1981 J.W.J. van der Ven, Elc sanc na der naturen sinne. Een onderzoek waarin twee ofr. fabliaux vergeleken worden met twee mnl. boerden. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de V.U. Amsterdam, afd. Letterkunde).
De Vries 1926 , p. 219-220
De Vries 1926 J. de Vries, 'De boerde van iii. ghesellen, die den bake stalen'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 45 (1926), p. 212-262.
De Vries 1928 , p. 176
De Vries 1928 J. de Vries, 'Over de stof der sproken en der boerden'. In: De nieuwe taalgids 75 (1982), p. 39-46.
Te Winkel 1887 , p. 459-460
Te Winkel 1887 J. te Winkel, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Haarlem (Bohn) 1887.
Te Winkel 1922-1927 , dl. 2 p. 83
Te Winkel 1922-1927 J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem (Bohn) 1922-1927. 7 dln. [Ongew. herdr. Utrecht etc., 1973].
Worp 1897 , p. 389 n. 2
Worp 1897 J.A. Worp, 'Drama's en kluchten naar den Decamerone'. In: Noord en zuid 20 (1897), p. 385-401.
Parallellen en varianten: