Repertorium Hulthem

Noch een liedeken

Hulthem-Nr: 
161  (f. 157v,1-157v,26)
Afbeelding: 
Foto van f. 157v
Foto van f. 157v
Opschrift: 
Noch een liedeken ·C·lxj·
Incipit: 
Mi vroud daer si al mijn begheer Ende oech mijn troest hebbich zu deer
Explicit: 
Ende dach ende emmer sal: ghelt mir dat wael Soe werdich alder vrouden vol
Afrondingsformule: 
Nota
Weergave inhoud: 
Refrein: Mijn geluk, mijn verlangen, mijn hoop richt ik met liefde op jou. Ik ben je geheel toegewijd. Geen enkele vrouw zal mij liever zijn dan jij. Dat komt door je lieftallig voorkomen, je beminnelijk uiterlijk en je lieve gezicht. (1) Al ben ik niet erg rijk, ik zal beslist net doen als het madeliefje. Dat is zo zuiverwit en rein. Ik ken geen bloem op aarde die op haar gelijkt. Refrein. (2) 's Morgens als de zon opgaat, ontluikt ze zonder aarzeling en volgt de loop van de zon aan de hemel met haar hoofdje. Het doet me pijn dat je je antwoord telkens uitstelt. Ik smeek je erom, beminnelijke vrouw. Waarachtig, zoals het madeliefje de zon, zo volg ik jou en zal dat blijven doen. Word ik daarvoor beloond, wat zou ik dan gelukkig zijn. Refrein?
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Liedeken (volgens opschrift); lang rondeel (Erné 1975), lied (Strijbosch 1996).
Vorm: 
rijm: aaabbcdd/abccdd/aabbcdefg (met cesuurrijm)
Lengte: 
23 vss., 3 strofen van resp. 8, 6 en 9 regels
Aanvullende informatie: 
Boven de tekst over de gehele foliumbreedte een niet ingevulde notenbalk, marginale paragraaftekens vóór de drie tekstdelen, die niet in de gebruikelijke kolomvorm zijn genoteerd, maar over de gehele foliumbreedte. ─ Paragraaftekens vóór vss. 1, 9 en 15. Strofenindeling gebaseerd op rijmschema en paragraaftekens. Elke strofe heeft een ander rijmschema. Dit doet corruptie vermoeden. De eerste strofe (vss. 1-8) is waarschijnlijk het refrein, waarvan het begin aan het slot van de tweede strofe (vs. 14) herhaald wordt. Onzuiver rijm: vss. 3/4, 5/6, 9/10 en 19 t/m 23. Binnenrijm: vss. 5, 8, 11, 14, 21 en 22, middenrijm: vss. 3/4, 17/18; rijm van eindwoord en woord midden in de versvoet (cesuur) vss. 6/7, 12/13, 18/19. Erné 1975: reconstructie vss. 1-11 (= hs. vss. 1-8) refrein, vss. 12-19 (= hs. vss. 9-14) strofe 1 + begin refrein, vss. 20-30 (= hs. vss. 15-23) strofe 2.
Petit-Nommer(s): 
721
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 2 p. 831-832
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Erné 1975
Erné 1975 B.H. Erné, 'Een kleine verrassing in het Hulthemse handschrift'. In: R. Jansen-Sieben, S. de Vriendt, R. Willemyns (red.), Spel van Zinnen: album A. van Loey. Bruxelles (Éd. de l.'Univ. de Bruxelles) 1975, p. 101-105.
Serrure 1855 , p. 380-381
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Secundaire literatuur: 
Erné 1975
Erné 1975 B.H. Erné, 'Een kleine verrassing in het Hulthemse handschrift'. In: R. Jansen-Sieben, S. de Vriendt, R. Willemyns (red.), Spel van Zinnen: album A. van Loey. Bruxelles (Éd. de l.'Univ. de Bruxelles) 1975, p. 101-105.
Hogenelst 1992A
Hogenelst 1992A D. Hogenelst & M. Rierink, 'Praalzucht, professionalisme en privé-collecties. De functie van Middelnederlandse profane liedverzamelingen rond 1400'. In: F. Willaert e.a., Een zoet akkoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen. Amsterdam (Prometheus) 1992, p. 27-55 en 328-336. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 7.
Rheinheimer 1975 , p. 184
Rheinheimer 1975 M. Rheinheimer, Rheinische Minnereden. Untersuchungen und Edition. Göppingen (Kümmerle) 1975. Göppinger Arbeiten zur Germanistik 144.
Schludermann 1996
Schludermann 1996 B. Schludermann, A quantitative analysis of German/Dutch language mixture in the Berlin songs mgf 922, the Gruuthuse-songs, and the Hague ms 128 E 2. Göppingen (Kümmerle) 1996. 3 dln. Göppinger Arbeiten zur Germanistik 338.
Schnell 1985
Schnell 1985 R. Schnell, Causa amoris: Liebeskonzeption und Liebesdarstellung in den mittelalterlichen Literatur. Bern (Francke) 1985. Bibliotheca Germanica.
Serrure 1855 , p. 303
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Strijbosch 1996 , p. 6-7 en 24
Strijbosch 1996 C. Strijbosch, Repertorium van Middelnederlandse liederen in bronnen tot 1500. Deel 1: Bronnenrepertorium. Antwerpen (UFSIA) 1996.
Parallellen en varianten: