Avonds 1989
, p. 123-126
Avonds 1989
P. Avonds & J.D. Janssens, Politiek en literatuur. Brabant en de slag bij Woeringen (1288). Brussel (Centrum Brabantse Geschiedenis) 1989.
Van den Berg 1983
Van den Berg 1983
E. van den Berg, Middelnederlandse versbouw en syntaxis. Ontwikkelingen in de versifikatie van verhalende poëzie ca. 1200-ca. 1400: Entwicklungen in der Versifikation erzählender Dichtkunst. Utrecht (HES) 1983.
Blommaert 1861
, p. 13-15
Blommaert 1861
Ph. Blommaert, De Nederduitsche schrijvers van Gent. Gent (Van Doosselaere) 1861.
Van Elslander 1947
, p. 104
Van Elslander 1947
A. van Elslander, 'De fragmenten van de Istory van Troyen'. In: De gulden passer 25 (1947), p. 102-125.
Gerritsen 1964
Gerritsen 1964
W.P. Gerritsen & F.Ch. Gestel, 'De Troje-roman van Segher Diergotgaf'. In: Handelingen Ned. filologencongres 28 (1964), p. 103-104.
Gerritsen 1975
Gerritsen 1975
W.P. Gerritsen, 'Pollites, Pirrus en Penthiseleye. Compositietechniek in Maerlants Historie van Troyen'. In: R. Jansen-Sieben, S. de Vriendt, R. Willemyns (red.), Spel van zinnen, album A. van Loey. Bruxelles (Éd. de l'Univ. de Bruxelles) 1975, p. 125-136.
Gerritsen 1993
, p. 164-172
Gerritsen 1993
W.P. Gerritsen & A.G. van Melle (red.), Van Aiol tot de Zwaanridder: personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst. Nijmegen (SUN) 1993.
Van Gestel 1964
, (scriptie)
Van Gestel 1964
F.Ch. van Gestel, Segher-problemen. Verkenningen naar wezen, structuur en herkomst van het werk van Segher Dieregotgaf. (Ongepubl. doctoraalscriptie Utrecht 1964, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-89).
Green 1990
Green 1990
R.F. Green, 'Le roi qui ne ment and aristocratic courtship'. In: K. Busby & E. Kooper (eds.), Courtly literature: culture and context. Selected papers from the 5th Triennial Congress of the International Courtly Literature Society, Dalfsen, The Netherlands, 9-16 August 1986. Utrecht publications in general and comparitive literature, vol. 25. Amsterdam etc. (Benjamins) 1990, p. 211-225.
Hage 1989
, p. 69
Hage 1989
A.L.H. Hage, Sonder favele, sonder lieghen. Onderzoek naar vorm en functie van de Middelnederlandse rijmkroniek als historiografisch genre. Groningen (Wolters Noordhoff/Forsten) 1989. Historische studies 48. Diss. Utrecht.
Heeroma 1958-1959A
Heeroma 1958-1959A
K. Heeroma, 'Rose en Troye'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 76 (1958-1959), p. 103-110.
Heeroma 1958-1959B
, p. 174
Heeroma 1958-1959B
K. Heeroma, 'Rose, Parthonopeus, Walewein en Alexander'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 76 (1958-1959), p. 165-177.
Hegman 1966
Hegman 1966
W.E. Hegman, 'Het conincspel in de Middelnederlandse letterkunde'. In: Handelingen van de Zuidnederlandse 20 (1966), p. 183-228.
Janssens 1976
, p. 52-83, 550-558
Janssens 1976
J.D. Janssens, Analyse van de structuur en de verhaaltechniek in de hoofse, oorspronkelijke Middelnederlandse ridderroman. Een vergelijkende interpretatie van de Trojeroman van Segher Diengotgaf, de roman van Walewein, de roman van Heinric en Margriete van Limborch en de Seghelijn van Jherusalem. 3 dln. Diss. Leuven 1976 [gestencild].
Janssens 1979A
, p. 131-152
Janssens 1979A
J.D. Janssens, 'De Trojeroman van Segher Diengotgaf'. In: Werkgroep Usfal-Docebo, Roman en onderwijs. Nieuwe benaderingsmogelijkheden van de roman in het onderwijs. Leuven (Acco) 1979.
Janssens 1979B
Janssens 1979B
J.D. Janssens, Ridderverhalen uit de Middeleeuwen. Samengesteld en ingeleid door ─. Amsterdam etc. (Elsevier) 1979, p. XXVIII-XXXIII en p. 77-89. Bibliotheek der Nederlandse letteren 5.
Janssens 1982
Janssens 1982
J.D. Janssens, 'Hoofsheid en het gesproken woord in de ridderroman'. In: J.D. Janssens (red.), Hoofsheid en devotie in de middeleeuwse maatschappij. De Nederlanden in de 12e tot de 15e eeuw. Handelingen van het wetenschappelijk colloquium te Brussel 21-24 oktober 1981. Brussel (s.n.) 1982, p. 41-70.
Janssens 1986
Janssens 1986
J.D. Janssens, 'Segher Diengotgaf of Jacob van Maerlant aan het woord? Blinde motieven bij Segher of structurele verwijzingen van Maerlant?'. In: G. van Eemeren en F. Willaert, 't Ondersoeck leert. Studies over middeleeuwse en 17de-eeuwse literatuur ter nagedachtenis van prof. dr. L. Rens. Leuven etc. (Acco) 1986, p. 43-53.
Janssens 1987
Janssens 1987
J.D. Janssens, 'De handschriftelijke overlevering van de Trojeroman van Segher Diengotgaf'. In: E. Cockx-Indestege e.a. (red.), Miscellanea neerlandica. Opstellen voor dr. Jan Deschamps. Leuven (Peeters) 1987. 3 dln., dl. 2, p. 153-161.
Jolles
, (scriptie)
Jolles
A.F.E. Jolles, Segher Diergotgafs Tprieel van Troyen en de hoofse minne. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 816).
Jonckbloet 1851-1855
, dl. 2 p. 384-398
Jonckbloet 1851-1855
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.
Jonckbloet 1886
, p. 76-77
Jonckbloet 1886
W.J.A. Jonckbloet, Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Uitgeg. door G. Penon. 3e dr. Groningen (Wolters) 1886.
Jonckbloet 1888-1892
, dl. 2 p. 65-82
Jonckbloet 1888-1892
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. 4e dr., herz. en tot den tegenwoordigen tijd bijgewerkt door C. Honigh. Groningen (Wolters) 1888-1892. 6 dln.
Jongen 1988
Jongen 1988
L. Jongen, Van Achilles tellen langhe. Maerlants bewerking van Statius' Achilleis in de Historie van Troyen. Deventer (Sub Rosa) 1988. Deventer studiën 8. Diss. Utrecht.
Jongen 1996
Jongen 1996
L. Jongen, 'Met voorbedachte rade. De Troje-bloemlezing in het handschrift-Van Hulthem'. In: K. Porteman, W. Verbeke, F. Willaert (red.), Tegendraads genot. Opstellen over de kwaliteit van middeleeuwse teksten. Leuven (Peeters) 1996, p. 111-118.
Keesman 1987
Keesman 1987
W. Keesman, 'Troje in de middeleeuwse literatuur. Antiek verleden in dienst van eigen tijd. In: Literatuur 4 (1987), p. 257-265.
Keesman 1991
Keesman 1991
W. Keesman, 'Oorsprongsmythen als zelfuitlegging. Over de achtergrond en betekenis van middeleeuwse verhalen rond Trojaanse stedenstichtingen'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 262-279 en 411-417. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Klein 1911
Klein 1911
A. Klein, Altfranzösischen Minnefragen. Marburg a.L. (s.n.) 1911. Marburger Beiträge zur romanischen Philologie. Heft 1. Erster Teil: Ausgabe der Texte und Geschichte der Gattung.
Knuttel 1938
Knuttel 1938
J.A.N. Knuttel, 'Seger dien god gaf en de hoofsche liefde'. In: De gids 102 (1938-I), p. 92-102.
Knuvelder 1970-1976
, dl. 1 p. 116-118
Knuvelder 1970-1976
G. Knuvelder, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. 5e, geheel herz. dr. 's-Hertogenbosch (Malmberg) 1970-1976. 4 dln.
Lemaire 1987
, p. 293-295
Lemaire 1987
Cl. Lemaire, 'Een kroniek vol quade truffen'. In: E. Cockx-Indestege e.a. (red.), Miscellanea neerlandica. Opstellen voor dr. Jan Deschamps. Leuven (Peeters) 1987. 3 dln., dl. 2, p. 279-295.
Lenssen 1979
, (scriptie)
Lenssen 1979
L. Lenssen, Het koningsspel in de Middelnederlandse letterkunde. (Ongepubl. doctoraalscriptie Utrecht 1979, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-205).
Meder 1988
, p. 149-153
Meder 1988
Th. Meder, Hoofsheid is een ernstig spel. Middeleeuwse hoofse teksten. Amsterdam (Querido) 1988. Griffioenserie.
Van Mierlo 1928
, p. 77-78
Van Mierlo 1928
J. van Mierlo, Geschiedenis van de Oud- en Middelnederlandsche letterkunde. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel) 1928.
Van Mierlo 1949
, dl. 1 p. 149-150
Van Mierlo 1949
J. van Mierlo, De letterkunde van de Middeleeuwen. 2e, herz. en verm. dr. 's-Hertogenbosch etc. (Malmberg etc.) 1949. Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Onder redactie van F. Baur, W.J.M.A. Asselbergs, J. van Mierlo e.a. Dl. 1 en 2.
Van Oostrom 1982
, p. 30-31
Van Oostrom 1982
F. van Oostrom, 'Maecenaat en Middelnederlandse letterkunde'. In: J.D. Janssens (red.), Hoofsheid en devotie in de middeleeuwse maatschappij. De Nederlanden van de 12e tot de 15e eeuw. Brussel (s.n.) 1982, p. 21-40.
Van Oostrom 1996
, (passim)
Van Oostrom 1996
F. van Oostrom, Maerlants wereld. Amsterdam (Prometheus) 1996.
Peters 1972
Peters 1972
U. Peters, 'Cours d'amour ─ Minnehof. Ein Beitrag zum Verhältnis der französischen und deutschen Minnedichtung zu den Unterhaltungsformen ihres Publikums'. In: Zeitschrift für deutsches Altertum 101 (1972), p. 117-133.
Pleij 1988
, p. 166-174
Pleij 1988
H. Pleij, De sneeuwpoppen van 1511: Literatuur en stadscultuur tussen Middeleeuwen en moderne tijd. Amsterdam etc. (Meulenhoff) 1988.
Van der Poel 1992
Van der Poel 1992
D.E. van der Poel, 'Minnevragen in de Middelnederlandse letterkunde'. In: F. Willaert e.a., Een zoet akkoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen. Amsterdam (Prometheus) 1992, p. 207-218 en 396-391. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 7.
Roessingh 1914
, p. 128-130
Roessingh 1914
A.L.A. Roessingh, De vrouw bij de Dietsche Moralisten. Groningen (Noordhoff) 1914. Diss. Groningen.
Schenkel 1997A
, p. 45
Schenkel 1997A
J. Schenkel, 'Het handschrift-Van Hulthem, het Comburgse handschrift en de scriptoriumhypothese'. In: Queeste 4 (1997), p. 42-59.
Schnell 1985
Schnell 1985
R. Schnell, Causa amoris: Liebeskonzeption und Liebesdarstellung in den mittelalterlichen Literatur. Bern (Francke) 1985. Bibliotheca Germanica.
Sonnemans 1990
, p. 251
Sonnemans 1990
G.H.P. Sonnemans, 'De openingsstruktuur van Middelnederlandse teksten'. In: Spiegel der letteren 32 (1990), p. 231-259.
Sonnemans 1995
, dl. 1 p. 174-176
Sonnemans 1995
G. Sonnemans, Functionele aspecten van Middelnederlandse versprologen. S.l. (s.n.) 1995. 2 dln. Diss. Nijmegen.
Stikvoort A
, (scriptie)
Stikvoort A
A.W.H. Stikvoort, Wat Seger Diergotgaf schreef en hoe het werd overgeleverd. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de vakgroep Nederlands R.U. Leiden, GA 403 [of GA 509: dezelfde scriptie]).
Van de Velde 1985
, (licentiaatsverhandeling)
Van de Velde 1985
E. van de Velde, De Trojeroman van Segher Diengotgaf: een genetische, structurele en receptie-esthetische benadering. Licentiaatsverhandeling Leuven 1985.
Verdam 1873
, p. 5-20, 196 n. 2
Verdam 1873
J. Verdam, Episodes uit Maerlant's Historie van Troyen. Naar het te Wissen gevonden hs. bew. en uitg. door ─. Groningen (Wolters) 1873. Bibliotheek van Middelnederlandsche letterkunde 10-12.
Verdam 1905
Verdam 1905
J. Verdam, 'De rijmen in Maerlant's Historie van Troyen'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 24 (1905), p. 172-196.
Verdam 1873
, p. 5-20, 196 n. 2
Verdam 1873
J. Verdam, Episodes uit Maerlant's Historie van Troyen. Naar het te Wissen gevonden hs. bew. en uitg. door ─. Groningen (Wolters) 1873. Bibliotheek van Middelnederlandsche letterkunde 10-12.
Verdam 1905
Verdam 1905
J. Verdam, 'De rijmen in Maerlant's Historie van Troyen'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 24 (1905), p. 172-196.
Verkaart
, (scriptie)
Verkaart
P. Verkaart, Het koningsspel in de Middelnederlandse literatuur. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 1458).
De Vries 1872
, p. 162-163
De Vries 1872
M. de Vries, 'Maerlant en zijn Trojaensche oorlog'. In: De taal- en letterbode 3 (1872), p. 155-164.