Repertorium Hulthem

Dits tprieel van troyen

Hulthem-Nr: 
143  (f. 118rb,20-123rb,44)
Opschrift: 
Dits tprieel van troyen ·C·xliij·
Incipit: 
Dies es leden meneghen jaer dach Dat tgrote heer voer troien lach
Explicit: 
Hine beide des anders niet Doen hector wter salen sciet
Afrondingsformule: 
Nota ·ixc·xxvij· verse
Weergave inhoud: 
Ik beschrijf u een vredig tafereel gedurende een wapenstilstand in de Trojaanse oorlog. Na de maaltijd zaten de dames en heren in een prieel en voerden gesprekken over de liefde. Pollidamas durfde Helene zijn liefde niet te verklaren. In een woordenspel gaf hij hiervan blijk, maar zij bleef op een afstand. Mennoen legde zijn geliefde Polexina een minnevraag voor, waaruit zijn liefde bleek. Uit verlegenheid ontweek ze een verder gesprek. Menfloers bekende zijn hopeloze liefde aan Hectors vrouw Andronika (= Andromache). Ook zij wilde daar niets van weten. Helaas, over de gesprekken van andere geliefden kan ik u niets vertellen. Tot hun verdriet moesten de geliefden van elkaar scheiden. Daarna bereidden de heren zich voor op de vredesonderhandelingen met de Grieken. Zorgen hierover hielden Hector die nacht uit de slaap.
Namen: 
Andromache Grieken Hector Helena Menfloers Mennoen Polidamas Polyxena Troje
Auteurs: 
Segher Diengotgaf
Segher Diengotgaf
Ook bekend als: Siger DieregodgafSigerius
Datering: 13e eeuw
Auteur van nrs. 143, 144 en 145. Verdere gegevens onbekend. Ofwel Brabander, ofwel uit omgeving van Gent.
Secundaire literatuur
P. Avonds & J.D. Janssens, Politiek en literatuur. Brabant en de slag bij Woeringen (1288). Brussel (Centrum Brabantse Geschiedenis) 1989.: p. 125
E. van den Berg, Middelnederlandse versbouw en syntaxis. Ontwikkelingen in de versifikatie van verhalende poëzie ca. 1200-ca. 1400: Entwicklungen in der Versifikation erzählender Dichtkunst. Utrecht (HES) 1983.: p. 77
Ph. Blommaert (ed.), Oudvlaemsche gedichten der XIIe, XIIIe en XIVe eeuwen. Gent (Hebbelynck) 1838-1851. 3 dln.: dl. 1 p. I-V
Ph. Blommaert, De Nederduitsche schrijvers van Gent. Gent (Van Doosselaere) 1861.: p. 13-14
A. van Duinkerken, Beeldenspel van Nederlandse dichters. Utrecht etc. (Spectrum) 1957. Prismaboeken 295.: p. 16-20
K. Heeroma, 'Rose, Parthonopeus, Walewein en Alexander'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 76 (1958-1959), p. 165-177.: p. 174
J.A.N. Knuttel, 'Seger dien god gaf en de hoofsche liefde'. In: De gids 102 (1938-I), p. 92-102.: p. 101-102
F. van Oostrom, 'Maecenaat en Middelnederlandse letterkunde'. In: J.D. Janssens (red.), Hoofsheid en devotie in de middeleeuwse maatschappij. De Nederlanden van de 12e tot de 15e eeuw. Brussel (s.n.) 1982, p. 21-40.: p. 30-31
F. van Oostrom, Aanvaard dit werk. Over Middelnederlandse auteurs en hun publiek. Amsterdam (Prometheus) 1992. Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen 6.: passim
Tekstsoort: 
Episch fragment (Jongen 1996); minnevragen (Hegman 1966 en Green 1990).
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
926 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-D 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) op onregelmatige plaatsen, f. 120vb,35 doorgehaald. ─ De auteur beroept zich in vss. 46, 50, 72, 269, 598, 984 en 1016 op zijn bron: het werk van de als ooggetuige beschouwde Darijs (= Dares Phrygius), De excidio Troiae historia uit de 5e eeuw n. Chr. ─ Aantal vss. volgens afrondingsformule: 927 (doorgehaalde regel meegeteld?) Lombarden vss. 63, 131, 209, 259, 299, 345, 383, 561, 595, 667, 789 en 899: structurering per episode? Onzuiver rijm: vss. 17/18, 65/66, 71/72, 105/106, 117/118, 125/126, 145/146, 269/270, 299/302, 359/360, 425/426, 487/488, 563/564, 579/580, 621/622, 649/650, 663/664, 695/696, 699/700, 773/774 en 877/878; gelijk rijm: vss. 537/538 en 637/638; vierrijm: vss. 193/194/195/196 en 787/788/789/790.
Petit-Nommer(s): 
421Ia; 421IIm; 1422b
Edities: 
Adema 1983 , (bewerking)
Adema 1983 H. Adema, Segher Diengotgaf: Tprieel van Troyen. Bewerkt en vertaald door ─. Leeuwarden (Taal & Teken) 1983. Vertaald Middelnederlands 10.
Blommaert 1838-1851 , dl. 1 p. 1-11
Blommaert 1838-1851 Ph. Blommaert (ed.), Oudvlaemsche gedichten der XIIe, XIIIe en XIVe eeuwen. Gent (Hebbelynck) 1838-1851. 3 dln.
Brinkman/Schenkel 1999 , band 2 p. 649-672
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Guest 1990 , (Engelse vertaling)
Guest 1990 T.M. Guest, 'The garden in Troy. Segher's tPrieel van Troyen translated'. In: Dutch crossing 41 (1990), p. 47-69.
Van der Heijden 1979 , p. 147-183
Van der Heijden 1979 M.C.A. van der Heijden (ed.), Fraaie historie ende al waar. Ridderverhalen uit de Middeleeuwen. Samenstelling, inleiding en toelichting van ─. 6e dr. Utrecht etc. (Spectrum) 1979. Spectrum van de Nederlandse letterkunde 1.
Kelk 1948 , dl. 1 p. 39-40 (fragment)
Kelk 1948 J.C. Kelk, De Nederlandse poëzie van haar oorsprong tot heden. Amsterdam (Moussault) 1948. 2 dln.
Knuttel 1940 , p. 58-85
Knuttel 1940 J.A.N. Knuttel, Ridderverhalen uit de Middeleeuwen. I. Frankische romans. Verzorgd door ─ m.m.v. J.W. Verkruisen. Amsterdam (Elsevier) 1940. Bibliotheek der Nederlandsche letteren 8.
Meder 1988 , p. 96-113 (bewerking)
Meder 1988 Th. Meder, Hoofsheid is een ernstig spel. Middeleeuwse hoofse teksten. Amsterdam (Querido) 1988. Griffioenserie.
De Pauw 1889-1892 , dl. 4 p. 65-92
De Pauw 1889-1892 N. de Pauw & E. Gailliard, Dit is die Istory van Troyen van Jacob van Maerlant naar het vijftiendeeuwsche handschrift van Wessel vande Loe. Met al de Middelnederlandsche fragmenten, diplomatisch uitgegeven door ─. Gent (Siffer) 1889-1892. 4 dln.
Sonnemans 1995 , dl. 2 p. 130 (proloog)
Sonnemans 1995 G. Sonnemans, Functionele aspecten van Middelnederlandse versprologen. S.l. (s.n.) 1995. 2 dln. Diss. Nijmegen.
Van der Valk 1907-1910 , dl. 2 p. 279-281
Van der Valk 1907-1910 J. van der Valk, Onze letterkunde: overzicht der Nederlandsche letterkunde met bloemlezing. Rotterdam (Bredée) 1907-1910. 3 dln.
Verwijs 1965 , dl. 1 p. 166-179 (fragment)
Verwijs 1965 Verwijs' Bloemlezing uit de Middelnederlandse dichtkunst, herzien door C.C. de Bruin. 2e dr. Zutphen (Thieme) 1965. 3 dln.
De Waard 1979
De Waard 1979 G.C. de Waard & G.Ch. Dupuis, Segher Diengotgaf. Tprieel van Troyen. Naar het Hulthemse handschrift uitgeg., ingel. en geann. door ─. 4e dr., 2e opl. 's-Gravenhage (Nijhoff etc.) 1979.
Secundaire literatuur: 
Avonds 1989 , p. 123-126
Avonds 1989 P. Avonds & J.D. Janssens, Politiek en literatuur. Brabant en de slag bij Woeringen (1288). Brussel (Centrum Brabantse Geschiedenis) 1989.
Van den Berg 1983
Van den Berg 1983 E. van den Berg, Middelnederlandse versbouw en syntaxis. Ontwikkelingen in de versifikatie van verhalende poëzie ca. 1200-ca. 1400: Entwicklungen in der Versifikation erzählender Dichtkunst. Utrecht (HES) 1983.
Blommaert 1861 , p. 13-15
Blommaert 1861 Ph. Blommaert, De Nederduitsche schrijvers van Gent. Gent (Van Doosselaere) 1861.
Van Elslander 1947 , p. 104
Van Elslander 1947 A. van Elslander, 'De fragmenten van de Istory van Troyen'. In: De gulden passer 25 (1947), p. 102-125.
Gerritsen 1964
Gerritsen 1964 W.P. Gerritsen & F.Ch. Gestel, 'De Troje-roman van Segher Diergotgaf'. In: Handelingen Ned. filologencongres 28 (1964), p. 103-104.
Gerritsen 1975
Gerritsen 1975 W.P. Gerritsen, 'Pollites, Pirrus en Penthiseleye. Compositietechniek in Maerlants Historie van Troyen'. In: R. Jansen-Sieben, S. de Vriendt, R. Willemyns (red.), Spel van zinnen, album A. van Loey. Bruxelles (Éd. de l'Univ. de Bruxelles) 1975, p. 125-136.
Gerritsen 1993 , p. 164-172
Gerritsen 1993 W.P. Gerritsen & A.G. van Melle (red.), Van Aiol tot de Zwaanridder: personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst. Nijmegen (SUN) 1993.
Van Gestel 1964 , (scriptie)
Van Gestel 1964 F.Ch. van Gestel, Segher-problemen. Verkenningen naar wezen, structuur en herkomst van het werk van Segher Dieregotgaf. (Ongepubl. doctoraalscriptie Utrecht 1964, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-89).
Green 1990
Green 1990 R.F. Green, 'Le roi qui ne ment and aristocratic courtship'. In: K. Busby & E. Kooper (eds.), Courtly literature: culture and context. Selected papers from the 5th Triennial Congress of the International Courtly Literature Society, Dalfsen, The Netherlands, 9-16 August 1986. Utrecht publications in general and comparitive literature, vol. 25. Amsterdam etc. (Benjamins) 1990, p. 211-225.
Hage 1989 , p. 69
Hage 1989 A.L.H. Hage, Sonder favele, sonder lieghen. Onderzoek naar vorm en functie van de Middelnederlandse rijmkroniek als historiografisch genre. Groningen (Wolters Noordhoff/Forsten) 1989. Historische studies 48. Diss. Utrecht.
Heeroma 1958-1959A
Heeroma 1958-1959A K. Heeroma, 'Rose en Troye'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 76 (1958-1959), p. 103-110.
Heeroma 1958-1959B , p. 174
Heeroma 1958-1959B K. Heeroma, 'Rose, Parthonopeus, Walewein en Alexander'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 76 (1958-1959), p. 165-177.
Hegman 1966
Hegman 1966 W.E. Hegman, 'Het conincspel in de Middelnederlandse letterkunde'. In: Handelingen van de Zuidnederlandse 20 (1966), p. 183-228.
Janssens 1976 , p. 52-83, 550-558
Janssens 1976 J.D. Janssens, Analyse van de structuur en de verhaaltechniek in de hoofse, oorspronkelijke Middelnederlandse ridderroman. Een vergelijkende interpretatie van de Trojeroman van Segher Diengotgaf, de roman van Walewein, de roman van Heinric en Margriete van Limborch en de Seghelijn van Jherusalem. 3 dln. Diss. Leuven 1976 [gestencild].
Janssens 1979A , p. 131-152
Janssens 1979A J.D. Janssens, 'De Trojeroman van Segher Diengotgaf'. In: Werkgroep Usfal-Docebo, Roman en onderwijs. Nieuwe benaderingsmogelijkheden van de roman in het onderwijs. Leuven (Acco) 1979.
Janssens 1979B
Janssens 1979B J.D. Janssens, Ridderverhalen uit de Middeleeuwen. Samengesteld en ingeleid door ─. Amsterdam etc. (Elsevier) 1979, p. XXVIII-XXXIII en p. 77-89. Bibliotheek der Nederlandse letteren 5.
Janssens 1982
Janssens 1982 J.D. Janssens, 'Hoofsheid en het gesproken woord in de ridderroman'. In: J.D. Janssens (red.), Hoofsheid en devotie in de middeleeuwse maatschappij. De Nederlanden in de 12e tot de 15e eeuw. Handelingen van het wetenschappelijk colloquium te Brussel 21-24 oktober 1981. Brussel (s.n.) 1982, p. 41-70.
Janssens 1986
Janssens 1986 J.D. Janssens, 'Segher Diengotgaf of Jacob van Maerlant aan het woord? Blinde motieven bij Segher of structurele verwijzingen van Maerlant?'. In: G. van Eemeren en F. Willaert, 't Ondersoeck leert. Studies over middeleeuwse en 17de-eeuwse literatuur ter nagedachtenis van prof. dr. L. Rens. Leuven etc. (Acco) 1986, p. 43-53.
Janssens 1987
Janssens 1987 J.D. Janssens, 'De handschriftelijke overlevering van de Trojeroman van Segher Diengotgaf'. In: E. Cockx-Indestege e.a. (red.), Miscellanea neerlandica. Opstellen voor dr. Jan Deschamps. Leuven (Peeters) 1987. 3 dln., dl. 2, p. 153-161.
Jolles , (scriptie)
Jolles A.F.E. Jolles, Segher Diergotgafs Tprieel van Troyen en de hoofse minne. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 816).
Jonckbloet 1851-1855 , dl. 2 p. 384-398
Jonckbloet 1851-1855 W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.
Jonckbloet 1886 , p. 76-77
Jonckbloet 1886 W.J.A. Jonckbloet, Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Uitgeg. door G. Penon. 3e dr. Groningen (Wolters) 1886.
Jonckbloet 1888-1892 , dl. 2 p. 65-82
Jonckbloet 1888-1892 W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. 4e dr., herz. en tot den tegenwoordigen tijd bijgewerkt door C. Honigh. Groningen (Wolters) 1888-1892. 6 dln.
Jongen 1988
Jongen 1988 L. Jongen, Van Achilles tellen langhe. Maerlants bewerking van Statius' Achilleis in de Historie van Troyen. Deventer (Sub Rosa) 1988. Deventer studiën 8. Diss. Utrecht.
Jongen 1996
Jongen 1996 L. Jongen, 'Met voorbedachte rade. De Troje-bloemlezing in het handschrift-Van Hulthem'. In: K. Porteman, W. Verbeke, F. Willaert (red.), Tegendraads genot. Opstellen over de kwaliteit van middeleeuwse teksten. Leuven (Peeters) 1996, p. 111-118.
Keesman 1987
Keesman 1987 W. Keesman, 'Troje in de middeleeuwse literatuur. Antiek verleden in dienst van eigen tijd. In: Literatuur 4 (1987), p. 257-265.
Keesman 1991
Keesman 1991 W. Keesman, 'Oorsprongsmythen als zelfuitlegging. Over de achtergrond en betekenis van middeleeuwse verhalen rond Trojaanse stedenstichtingen'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 262-279 en 411-417. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Klein 1911
Klein 1911 A. Klein, Altfranzösischen Minnefragen. Marburg a.L. (s.n.) 1911. Marburger Beiträge zur romanischen Philologie. Heft 1. Erster Teil: Ausgabe der Texte und Geschichte der Gattung.
Knuttel 1938
Knuttel 1938 J.A.N. Knuttel, 'Seger dien god gaf en de hoofsche liefde'. In: De gids 102 (1938-I), p. 92-102.
Knuvelder 1970-1976 , dl. 1 p. 116-118
Knuvelder 1970-1976 G. Knuvelder, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. 5e, geheel herz. dr. 's-Hertogenbosch (Malmberg) 1970-1976. 4 dln.
Lemaire 1987 , p. 293-295
Lemaire 1987 Cl. Lemaire, 'Een kroniek vol quade truffen'. In: E. Cockx-Indestege e.a. (red.), Miscellanea neerlandica. Opstellen voor dr. Jan Deschamps. Leuven (Peeters) 1987. 3 dln., dl. 2, p. 279-295.
Lenssen 1979 , (scriptie)
Lenssen 1979 L. Lenssen, Het koningsspel in de Middelnederlandse letterkunde. (Ongepubl. doctoraalscriptie Utrecht 1979, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-205).
Meder 1988 , p. 149-153
Meder 1988 Th. Meder, Hoofsheid is een ernstig spel. Middeleeuwse hoofse teksten. Amsterdam (Querido) 1988. Griffioenserie.
Van Mierlo 1928 , p. 77-78
Van Mierlo 1928 J. van Mierlo, Geschiedenis van de Oud- en Middelnederlandsche letterkunde. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel) 1928.
Van Mierlo 1949 , dl. 1 p. 149-150
Van Mierlo 1949 J. van Mierlo, De letterkunde van de Middeleeuwen. 2e, herz. en verm. dr. 's-Hertogenbosch etc. (Malmberg etc.) 1949. Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Onder redactie van F. Baur, W.J.M.A. Asselbergs, J. van Mierlo e.a. Dl. 1 en 2.
Van Oostrom 1982 , p. 30-31
Van Oostrom 1982 F. van Oostrom, 'Maecenaat en Middelnederlandse letterkunde'. In: J.D. Janssens (red.), Hoofsheid en devotie in de middeleeuwse maatschappij. De Nederlanden van de 12e tot de 15e eeuw. Brussel (s.n.) 1982, p. 21-40.
Van Oostrom 1996 , (passim)
Van Oostrom 1996 F. van Oostrom, Maerlants wereld. Amsterdam (Prometheus) 1996.
Peters 1972
Peters 1972 U. Peters, 'Cours d'amour ─ Minnehof. Ein Beitrag zum Verhältnis der französischen und deutschen Minnedichtung zu den Unterhaltungsformen ihres Publikums'. In: Zeitschrift für deutsches Altertum 101 (1972), p. 117-133.
Pleij 1988 , p. 166-174
Pleij 1988 H. Pleij, De sneeuwpoppen van 1511: Literatuur en stadscultuur tussen Middeleeuwen en moderne tijd. Amsterdam etc. (Meulenhoff) 1988.
Van der Poel 1992
Van der Poel 1992 D.E. van der Poel, 'Minnevragen in de Middelnederlandse letterkunde'. In: F. Willaert e.a., Een zoet akkoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen. Amsterdam (Prometheus) 1992, p. 207-218 en 396-391. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 7.
Roessingh 1914 , p. 128-130
Roessingh 1914 A.L.A. Roessingh, De vrouw bij de Dietsche Moralisten. Groningen (Noordhoff) 1914. Diss. Groningen.
Schenkel 1997A , p. 45
Schenkel 1997A J. Schenkel, 'Het handschrift-Van Hulthem, het Comburgse handschrift en de scriptoriumhypothese'. In: Queeste 4 (1997), p. 42-59.
Schnell 1985
Schnell 1985 R. Schnell, Causa amoris: Liebeskonzeption und Liebesdarstellung in den mittelalterlichen Literatur. Bern (Francke) 1985. Bibliotheca Germanica.
Sonnemans 1990 , p. 251
Sonnemans 1990 G.H.P. Sonnemans, 'De openingsstruktuur van Middelnederlandse teksten'. In: Spiegel der letteren 32 (1990), p. 231-259.
Sonnemans 1995 , dl. 1 p. 174-176
Sonnemans 1995 G. Sonnemans, Functionele aspecten van Middelnederlandse versprologen. S.l. (s.n.) 1995. 2 dln. Diss. Nijmegen.
Stikvoort A , (scriptie)
Stikvoort A A.W.H. Stikvoort, Wat Seger Diergotgaf schreef en hoe het werd overgeleverd. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de vakgroep Nederlands R.U. Leiden, GA 403 [of GA 509: dezelfde scriptie]).
Van de Velde 1985 , (licentiaatsverhandeling)
Van de Velde 1985 E. van de Velde, De Trojeroman van Segher Diengotgaf: een genetische, structurele en receptie-esthetische benadering. Licentiaatsverhandeling Leuven 1985.
Verdam 1873 , p. 5-20, 196 n. 2
Verdam 1873 J. Verdam, Episodes uit Maerlant's Historie van Troyen. Naar het te Wissen gevonden hs. bew. en uitg. door ─. Groningen (Wolters) 1873. Bibliotheek van Middelnederlandsche letterkunde 10-12.
Verdam 1905
Verdam 1905 J. Verdam, 'De rijmen in Maerlant's Historie van Troyen'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 24 (1905), p. 172-196.
Verdam 1873 , p. 5-20, 196 n. 2
Verdam 1873 J. Verdam, Episodes uit Maerlant's Historie van Troyen. Naar het te Wissen gevonden hs. bew. en uitg. door ─. Groningen (Wolters) 1873. Bibliotheek van Middelnederlandsche letterkunde 10-12.
Verdam 1905
Verdam 1905 J. Verdam, 'De rijmen in Maerlant's Historie van Troyen'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 24 (1905), p. 172-196.
Verkaart , (scriptie)
Verkaart P. Verkaart, Het koningsspel in de Middelnederlandse literatuur. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 1458).
De Vries 1872 , p. 162-163
De Vries 1872 M. de Vries, 'Maerlant en zijn Trojaensche oorlog'. In: De taal- en letterbode 3 (1872), p. 155-164.
Parallellen en varianten: 
(a) vss. 1-926  Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, IV 927  [1450 - 1500] , f. ? (Historie van Troyen vss. 14591-15502)
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, IV 927
(olim Schloss Wissen)
Post quem: 1450
Ante quem: 1500
Datering: ca. 1470 (BNM: ca. 1470-1480)
Deschamps 1972 , p. 36-39 (8b)
Deschamps 1972 J. Deschamps, Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken. Catalogus [van de] tentoonstelling ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor taal- en letterkunde en geschiedenis [in de] Koninklijke Bibliotheek Albert I [te] Brussel, 24 okt.-24 dec. 1970. 2e herz. dr. Leiden (Brill) 1972.
Van Elslander 1985 , p. 413-420
Van Elslander 1985 A. van Elslander & J. Deschamps, 'De handschriften van de Historie van Troyen van Jacob van Maerlant'. In: H. Rijckeboer, J. Taeldeman, V.F. Vanacker (red.), Hulde-album prof. dr. Marcel Hoebeke. Gent (Seminarie voor Ned. Taalkunde en Vl. Dialectologie R.U.G.) 1985, p. 413-425.
Kienhorst 1988 , p. 196-197
Kienhorst 1988 H. Kienhorst, De handschriften van de Middelnederlandse ridderepiek: een codicologische beschrijving. Deventer (Sub Rosa) 1988. 2 dln. Deventer studien 9.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 108,  spr. 39 143,  144,  145,  146,  147
(b) vss. 1-321  's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 131 G 37  [1400 - 1425] , f. 28rb-30va
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 131 G 37
Post quem: 1400
Ante quem: 1425
Datering: 1404 of kort hierna (BNM: ca. 1400-1405)
De Geer van Jutfaas 1848-1862 , p. 1-67
De Geer van Jutfaas 1848-1862 B.J.L. de Geer van Jutfaas (ed.), 'Chronijk van Brabant'. In: Codex diplomaticus Neerlandicus: verzamelingen van oorkonden betrekkelijk de vaderlandsche geschiedenis uitgegeven door het Historisch Genootschap gevestigd te Utrecht. Utrecht (Kemink) 1848-1862. 6 dln. 2de serie, VI. Dl. 1, p. I-VI en 1-67.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 101,  143
Zie: 
Van Elslander 1985 , (a, b)
Van Elslander 1985 A. van Elslander & J. Deschamps, 'De handschriften van de Historie van Troyen van Jacob van Maerlant'. In: H. Rijckeboer, J. Taeldeman, V.F. Vanacker (red.), Hulde-album prof. dr. Marcel Hoebeke. Gent (Seminarie voor Ned. Taalkunde en Vl. Dialectologie R.U.G.) 1985, p. 413-425.
Janssens 1987 , (a, b)
Janssens 1987 J.D. Janssens, 'De handschriftelijke overlevering van de Trojeroman van Segher Diengotgaf'. In: E. Cockx-Indestege e.a. (red.), Miscellanea neerlandica. Opstellen voor dr. Jan Deschamps. Leuven (Peeters) 1987. 3 dln., dl. 2, p. 153-161.
Jongen 1988 , appendix 1 (a, b)
Jongen 1988 L. Jongen, Van Achilles tellen langhe. Maerlants bewerking van Statius' Achilleis in de Historie van Troyen. Deventer (Sub Rosa) 1988. Deventer studiën 8. Diss. Utrecht.
Kienhorst 1988 , p. 194-197 (a, b)
Kienhorst 1988 H. Kienhorst, De handschriften van de Middelnederlandse ridderepiek: een codicologische beschrijving. Deventer (Sub Rosa) 1988. 2 dln. Deventer studien 9.