Repertorium Hulthem
Vanden woerde dat
Hulthem-Nr:
140
(f. 117va,34-117vb,23)
Opschrift:
Vanden woerde dat
alte goet heet
Incipit:
IC hebbe menechwerf ghehoert
Onder tfolc al dus een woert
Explicit:
Sweghe waer hi wijs ende vroet
Dan yement seght hets alte goet
Afrondingsformule:
Nota ·xxiiij· verse
Weergave inhoud:
Vaak heb ik een uitdrukking horen gebruiken, waar ik niet goed wijs uit word. Men zegt dan: 'Dat is alte goet'. Maar niets kan al te goed of volmaakt zijn. Er is niets op de wereld zo goed of het kan nog beter zijn. Wat alte goet betekent zal ik u met een voorbeeld duidelijk maken. Ik zeg u iets toe en houd me er niet aan. Dan kom ik naar u toe en zeg: 'Vriend ik beken dat ik iets verkeerd heb gedaan. Wees om godswil niet boos' en u zegt dan: 'Welnee vriend, het is alte goet'. Maar menigeen wendt die uitdrukking aan om fouten goed te praten, waar dat volstrekt niet op zijn plaats is. Dan is het verstandiger om te zwijgen dan alte goet te zeggen.
Auteurs:
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort:
Profaan-ethische sproke (Hogenelst 1997), leerdicht.
Aanvullende informatie:
Uitkomende initiaal-I 4 regels hoog, Nota met horizontale streep gerubriceerd.
Edities:
Brinkman/Schenkel 1999
, band 2 p. 646-647
Brinkman/Schenkel 1999
H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Snellaert 1846B
, p. 344
Snellaert 1846B
F.A. Snellaert (ed.), 'Spreuken'. In: Belgisch museum 10 (1846), p. 342-344.
Secundaire literatuur:
Hogenelst 1997
, dl. 2 p. 85-86 (109)
Hogenelst 1997
D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Parallellen en varianten:
─