Repertorium Hulthem

Een bispel van ·ij· blinden

Hulthem-Nr: 
134  (f. 114vb,29-115rb,20)
Opschrift: 
Een bispel van ·ij· blinden ·Cxxxiiij·
Incipit: 
God ons here es mechtich Al Die gode betrout goets geval
Explicit: 
In dit bispel vanden blinden Die gode niet euen sere en minden
Afrondingsformule: 
Nota ·lxxij· verse
Weergave inhoud: 
Wie op God onze almachtige Heer vertrouwt zal alle goeds ontvangen. Dat blijkt wel uit het verhaal van de twee blinden. De ene blinde riep altijd op om te vertrouwen op de hulp van God, terwijl de andere het vertrouwen op de hulp van de koning aanprees. De koning die dat onthouden had, liet eens twee pasteien bakken, de ene gevuld met vlees en de andere gevuld met goud. Degene die zijn vertrouwen in God stelde kreeg de pastei met vlees, de andere die met goud. De vleespastei rook echter zo lekker, dat de koningsgezinde blinde voorstelde om hun pasteien te ruilen. Zo smulde de laatste heerlijk, maar de blinde met godsvertrouwen werd rijk. Toen de koning de afloop hoorde, begreep hij hoe wijs degene is die God dient, want die wordt altijd van het beste voorzien. Wie daarentegen God schuwt doet zichzelf tekort.
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Bispel (volgens opschrift en vs. 71); religieuze sproke (Hogenelst 1997).
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
72 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-G 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) op onregelmatige plaatsen. ─ Lombarden vss. 8, 12, 23, 30, 37, 54 en 60: o.a. bij clauswisselingen. Onzuiver rijm vss. 11/12, 21/22, 39/40 en 65/66.
Petit-Nommer(s): 
673
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 2 p. 633-635
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Negen teksten 1980 , p. 39-46
Negen teksten 1980 Negen teksten uit het handschrift-Van Hulthem. Eindverslagen van het werkcollege Middelnederlandse letterkunde voor tweedejaarsstudenten. Utrecht 1980 [Interne publ. De Vooys].
Serrure 1855 , p. 45-47
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Secundaire literatuur: 
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 82 (103)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Lodder 1995 , p. 68
Lodder 1995 F.J. Lodder, 'Een genre der boerden?' In: Queeste 2 (1995), p. 54-71.
Lodder 1997 , p. 24, 166
Lodder 1997 F.J. Lodder, Lachen om list en lust. Studies over de Middelnederlandse komische versvertellingen. Leiden (Ridderhof) 1997. Diss. Leiden.
Te Winkel 1887 , p. 467
Te Winkel 1887 J. te Winkel, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Haarlem (Bohn) 1887.
Te Winkel 1922-1927 , dl. 2 p. 91
Te Winkel 1922-1927 J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem (Bohn) 1922-1927. 7 dln. [Ongew. herdr. Utrecht etc., 1973].
Parallellen en varianten: 
Vss. 1-72  Deventer, Stads- of Atheneumbibliotheek, I 8  [1425 - 1475] , f. 71
Deventer, Stads- of Atheneumbibliotheek, I 8
(olim 1727, olim 101 F 4)
Post quem: 1425
Ante quem: 1475
Datering: midden 15e eeuw (BNM: ongedateerd)
Tinbergen 1907 , p. 179
Tinbergen 1907 D.C. Tinbergen, Des coninx summe. Leiden (Sijthoff) 1907.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 134
Zie: 
Tinbergen 1907 , p. 179
Tinbergen 1907 D.C. Tinbergen, Des coninx summe. Leiden (Sijthoff) 1907.