Repertorium Hulthem

Dat scamelheit thoechste

Hulthem-Nr: 
116  (f. 101rb,12-102vb,10)
Opschrift: 
Dat scamelheit thoechste poent es van minnen
Opschrift: 
·Cxvj·
Incipit: 
MEt dichtene ic mi cleine genere Mine sinne ic daer omme vertere
Explicit: 
Hier mede willic jnden dese woert Op Auenture wie datse node hoert
Afrondingsformule: 
Nota ·CC·lxij· verse
Weergave inhoud: 
Om mijn tijd niet in ledigheid te verbeuzelen, vertel ik u wat mij ter ore kwam. Tijdens een feest bekende een ridder zijn liefde aan een getrouwde edelvrouw. Deze beloofde hem een ontmoeting in de tuin als hij haar kon vertellen welke de hoogste deugd was. Hij kwam van zijn nicht te weten dat dat de scamelheit was: de deugd waarmee men zijn eer bewaart. De edelvrouw was tevreden met dit antwoord, maar toen hij tijdens hun ontmoeting iets meer verlangde dan een eervolle omhelzing hield ze hem deze hoogste deugd voor. Hij schaamde zich dat hij dat even was vergeten. De edelvrouw nam hem weer in genade aan toen hij beloofde deze alleredelste deugd van scamelheit in ere te houden: dat is de bron van vele deugden.
Auteurs: 
Anoniem?
Anoniem?
Datering: onbekend
Toeschrijving van auteurschap onzeker of wordt betwijfeld. Dit is met name het geval voor de 49 teksteenheden die door Van Eeghem zijn toegeschreven aan Jan Dille (zie Jan Dille?).
Jan Dille?
Jan Dille?
Datering: onbekend
49 teksteenheden toegeschreven door Van Eeghem aan Jan Dille. Betwijfeld (en voor de abele spelen weerlegd) door Van Mierlo. - Nr. 68 toegeschreven door Jonckbloet aan Jan van Hollant en door Van Eeghem aan Jan Dille.
Secundaire literatuur
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.: dl. 3 passim, en p. 184 voor nr. 68.
J. van Mierlo, 'Is Jan Dille de dichter van onze abele spelen?'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1957, p. 65-83.
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.: dl. 3 p. 305
Tekstsoort: 
Minnevragen (Green 1990), minnesproke (Hogenelst 1997).
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
262 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-M 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) op onregelmatige plaatsen. ─ Lombarden vss. 55, 59, 109, 161 en 251: structurering per episode?
Petit-Nommer(s): 
717
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 564-571
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Meder 1988 , p. 114-119 (bewerking)
Meder 1988 Th. Meder, Hoofsheid is een ernstig spel. Middeleeuwse hoofse teksten. Amsterdam (Querido) 1988. Griffioenserie.
Serrure 1858A , p. 201-208
Serrure 1858A C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten en prozastukken uit de dertiende en veertiende eeuw'. In: Vaderlandsch museum 2 (1858), p. 146-221 en 374-451.
Sonnemans 1995 , dl. 2 p. 142-143 (proloog)
Sonnemans 1995 G. Sonnemans, Functionele aspecten van Middelnederlandse versprologen. S.l. (s.n.) 1995. 2 dln. Diss. Nijmegen.
Secundaire literatuur: 
Van Buuren 1984
Van Buuren 1984 A.M.J. van Buuren, 'Dat scamelheit thoechste poent es van minnen'. In: J.J.Th.M. Tersteeg en P.E.L. Verkuyl (red.), Ic ga daer ic hebbe te doene. Opstellen aangeboden aan prof. dr. F. Lulofs. Groningen (Wolters Noordhoff) 1984, p. 127-148.
Van Eeghem 1958-1963 , dl. 3 p. 159-160, 168
Van Eeghem 1958-1963 W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Green 1990
Green 1990 R.F. Green, 'Le roi qui ne ment and aristocratic courtship'. In: K. Busby & E. Kooper (eds.), Courtly literature: culture and context. Selected papers from the 5th Triennial Congress of the International Courtly Literature Society, Dalfsen, The Netherlands, 9-16 August 1986. Utrecht publications in general and comparitive literature, vol. 25. Amsterdam etc. (Benjamins) 1990, p. 211-225.
Hegman 1966
Hegman 1966 W.E. Hegman, 'Het conincspel in de Middelnederlandse letterkunde'. In: Handelingen van de Zuidnederlandse 20 (1966), p. 183-228.
Hogenelst 1994 , p. 265, 267
Hogenelst 1994 D. Hogenelst, 'Zoekplaatje: "Comburg" versus "Hulthem"'. In: J. Reynaert e.a., Wat is wijsheid? Lekenethiek in de Middelnederlandse letterkunde. Amsterdam (Prometheus) 1995, p. 259-273 en 429-433. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 9.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 72-73 (89)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Klein 1911
Klein 1911 A. Klein, Altfranzösischen Minnefragen. Marburg a.L. (s.n.) 1911. Marburger Beiträge zur romanischen Philologie. Heft 1. Erster Teil: Ausgabe der Texte und Geschichte der Gattung.
Lenssen 1979 , (scriptie)
Lenssen 1979 L. Lenssen, Het koningsspel in de Middelnederlandse letterkunde. (Ongepubl. doctoraalscriptie Utrecht 1979, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-205).
Meder 1988 , p. 153-154
Meder 1988 Th. Meder, Hoofsheid is een ernstig spel. Middeleeuwse hoofse teksten. Amsterdam (Querido) 1988. Griffioenserie.
Meder 1991A , p. 108-109, 589 n. 81
Meder 1991A T. Meder, Sprookspreker in Holland. Leven en werk van Willem van Hildegaersberch (ca. 1400). Amsterdam (Prometheus) 1991. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 3. Diss. Leiden.
Peters 1972
Peters 1972 U. Peters, 'Cours d'amour ─ Minnehof. Ein Beitrag zum Verhältnis der französischen und deutschen Minnedichtung zu den Unterhaltungsformen ihres Publikums'. In: Zeitschrift für deutsches Altertum 101 (1972), p. 117-133.
Van der Poel 1992
Van der Poel 1992 D.E. van der Poel, 'Minnevragen in de Middelnederlandse letterkunde'. In: F. Willaert e.a., Een zoet akkoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen. Amsterdam (Prometheus) 1992, p. 207-218 en 396-391. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 7.
Schnell 1985
Schnell 1985 R. Schnell, Causa amoris: Liebeskonzeption und Liebesdarstellung in den mittelalterlichen Literatur. Bern (Francke) 1985. Bibliotheca Germanica.
Sonnemans 1990 , p. 253-254
Sonnemans 1990 G.H.P. Sonnemans, 'De openingsstruktuur van Middelnederlandse teksten'. In: Spiegel der letteren 32 (1990), p. 231-259.
Sonnemans 1995 , dl. 1 p. 123
Sonnemans 1995 G. Sonnemans, Functionele aspecten van Middelnederlandse versprologen. S.l. (s.n.) 1995. 2 dln. Diss. Nijmegen.
Verkaart , (scriptie)
Verkaart P. Verkaart, Het koningsspel in de Middelnederlandse literatuur. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 1458).
Parallellen en varianten: