Repertorium Hulthem

Ene dispitacie tusschen enen clerc

Hulthem-Nr: 
113  (f. 98rb,27-99rb,36)
Opschrift: 
Ene dispitacie tusschen enen clerc ende sinen meester
Opschrift: 
·Cxiij·
Incipit: 
Meester ·ij· saken in die werelt sijn Die elc mensche gherne name
Explicit: 
God· die verre ons den langen ween Ende gheue ons sine gratie mede
Afrondingsformule: 
Amen ·C·lxxxiiij· verse
Weergave inhoud: 
[Clerc:] Meester, wat is meer waard in dit leven: geld of geluk. [Meester:] Als ik kiezen moest, koos ik voor het geluk. [Clerc:] Ik zou het geld kiezen, want daarmee kun je allerlei aardse goederen kopen. Wat een leventje zou ik dan leiden. Zonder geld is men ongelukkig. Eten, drinken en zelfs recht is te koop. Zonder geld kun je geen oorlog winnen. [Meester:] Maar met geluk worden twisten verzoend. Wat heb je aan aards bezit als je sterft? Bezit brengt ruzie, afgunst en zorgen, geluk geeft vrede. [Clerc:] Met geld kan ik zelfs mijn zonden afkopen en de hel vermijden. [Meester:] Nee, kijk maar naar de rijke man en de arme Lazarus. Het geld hielp de rijke niet en het geluk bracht Lazarus in de hemel. [Hierdoor laat de clerc zich overtuigen:] Geld brengt niets dan gierigheid. Alleen door Gods genade en geluk kunnen we de eeuwige zaligheid bereiken.
Namen: 
Lazarus (St.)
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Dispitacie (volgens opschrift); samenspraak.
Vorm: 
rijm: ababbaba
Lengte: 
184 vss., 23 strofen van 8 regels
Aanvullende informatie: 
Initiaal-M 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) om de 8 regels. ─ Strofenindeling gebaseerd op rijmschema, lombarden en clausen. Onzuiver rijm: vss. 10/12/13/15, 38/40 en 46/48.
Petit-Nommer(s): 
874
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 550-555
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Serrure 1858A , p. 166-171
Serrure 1858A C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten en prozastukken uit de dertiende en veertiende eeuw'. In: Vaderlandsch museum 2 (1858), p. 146-221 en 374-451.
Secundaire literatuur: 
Axters 1943
Axters 1943 S. Axters, 'Over "quaestio disputata" en "quaestio de quodlibet" in de Middelnederlandsche literatuur'. In: Ons geestelijk erf 17 (1943), p. 31-70.
Bazàn 1985 , p. 21-24, 157-172 en 231-233
Bazàn 1985 B.C. Bazàn e.a., Les questions disputées et les questions quodlibétiques dans les facultés de théologie, de droit et de médicine. Turnhout (Brepols) 1985. Typologie des sources du moyen âge occidental 44-45.
Van Gijsen 1992 , p. 86-87
Van Gijsen 1992 A. van Gijsen, S. Klerk, D. van der Poel, 'Ene dispitacie tusschen den sone ende den vader'. In: H. van Dijk e.a. (red.), Klein kapitaal uit het handschrift-Van Hulthem. Zeventien teksten uit Hs. Brussel, K.B. 15.589-623 uitgegeven en ingeleid door neerlandici, verbonden aan tien universiteiten in Nederland en België. Hilversum (Verloren) 1992, p. 86-94. Middeleeuwse studies en bronnen 33.
Kästner 1978
Kästner 1978 H. Kästner, Mittelalterliche Lehrgespräche. Textlinguistische Analysen, Studien zur poetischen Funktion und pädagogischen Intention. Berlin (Schmidt) 1978. Philologische Studien und Quellen; Heft 94.
Van Mierlo 1949 , dl. 1 p. 362
Van Mierlo 1949 J. van Mierlo, De letterkunde van de Middeleeuwen. 2e, herz. en verm. dr. 's-Hertogenbosch etc. (Malmberg etc.) 1949. Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Onder redactie van F. Baur, W.J.M.A. Asselbergs, J. van Mierlo e.a. Dl. 1 en 2.
Van Moerkerken 1904 , p. 78-79
Van Moerkerken 1904 P.H. van Moerkerken, De satire in de Nederlandsche kunst der Middeleeuwen. Amsterdam (Van Looy) 1904. Diss. Utrecht.
Mostert 1994 , p. 155-159
Mostert 1994 M. Mostert, 'De disputatio als tweegevecht van de geest, over twaalfde-eeuwse krijgers en intellectuelen'. In: M. Mostert e.a. (ed.), Middeleeuwse cultuur. Verscheidenheid, spanning en verandering. Hilversum (Verloren) 1994, p. 131-162.
Pleij 1991C , p. 35
Pleij 1991C H. Pleij, 'Inleiding: op belofte van profijt'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 8-51 en 347-353. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Serrure 1858A , p. 146
Serrure 1858A C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten en prozastukken uit de dertiende en veertiende eeuw'. In: Vaderlandsch museum 2 (1858), p. 146-221 en 374-451.
Stam 1989 , (scriptie)
Stam 1989 H. Stam, Ene dispitacie tusschen enen clerc ende sinen meester. (Ongepubl. doctoraalscriptie Utrecht 1989, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-606).
Walch 1931-1932 , p. 664-665
Walch 1931-1932 J.L. Walch, 'Les "abele spelen"'. In: Revue des Cours et Conférences 33-I (1931-1932), p. 654-669.
Walther 1920
Walther 1920 H. Walther, Das Streitgedicht in der lateinischen Literatur des Mittelalters. München (Beck) 1920.
Te Winkel 1922-1927 , dl. 2 p. 150
Te Winkel 1922-1927 J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem (Bohn) 1922-1927. 7 dln. [Ongew. herdr. Utrecht etc., 1973].
Parallellen en varianten: 
Vss. 1-184  Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, II 144  [1400 - 1700] , f. 85r-v (variant)
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, II 144
Post quem: 1400
Ante quem: 1700
Datering: 15e eeuw, deels 16e/17e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 47C,  53,  70,  78,  113,  115,  127
Zie: 
Priebsch 1906-1907 , p. 465
Priebsch 1906-1907 R. Priebsch, 'Aus deutschen Handschriften der königlichen Bibliothek zu Brüssel'. In: Zeitschrift für deutsche Philologie 38 (1906), p. 301-333 en p. 436-467; 39 (1907), p. 156-179.