Repertorium Hulthem
Ene claghe tot ver venus
Hulthem-Nr:
109
(f. 94rb,30-94vb,46)
Opschrift:
Ene claghe tot ver venus
der goedinnen
Incipit:
O venus vrouwe coninginne
Sint ·v· met herten ende met sinne
Explicit:
Ic hebbe ghenomen in mijn ghemerc
Dat vrouwen herte· es gheen steenwerc
Afrondingsformule:
·xcvj·
Weergave inhoud:
[Minnaar:] O vrouwe Venus, waarom wordt mij hulp en troost ontzegd van degene, wier trouwe slaaf ik ben en altijd zal blijven? Zal ik ooit een beloning ontvangen? [Venus:] Luister, vriend. Een minnaar moet te allen tijde tot de dienst aan zijn geliefde bereid zijn, zijn verdriet met goede moed dragen en geduldig hopen op zijn loon, ook al duurt het nog zo lang. [Minnaar:] Ik ben bang de sterke burcht van mijn geliefde niet te kunnen winnen. [Venus:] Houd moed. Een burcht die zonder slag of stoot kan worden ingenomen, is niet veel waard. [Minnaar:] Dat is waar. Ik moet het beleg slaan voor deze burcht en weer en wind verduren. Wat zou ik graag haar poortwachter zijn: alle droefheid, leed en pijn was dan voorbij. Hoe sterk de burcht ook is, door geduldig te wachten zal ik uiteindelijk zegevieren. Een vrouwenhart is tenslotte niet van steen.
Auteurs:
Anoniem?
Anoniem?
Datering: onbekend
Toeschrijving van auteurschap onzeker of wordt betwijfeld. Dit is met name het geval voor de 49 teksteenheden die door Van Eeghem zijn toegeschreven aan Jan Dille (zie Jan Dille?).
Jan Dille?
Jan Dille?
Datering: onbekend
49 teksteenheden toegeschreven door Van Eeghem aan Jan Dille. Betwijfeld (en voor de abele spelen weerlegd) door Van Mierlo. - Nr. 68 toegeschreven door Jonckbloet aan Jan van Hollant en door Van Eeghem aan Jan Dille.
Secundaire literatuur
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.: dl. 3 passim, en p. 184 voor nr. 68.
J. van Mierlo, 'Is Jan Dille de dichter van onze abele spelen?'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1957, p. 65-83.
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.: dl. 3 p. 305
Tekstsoort:
Minnerede (Brandis 1968), samenspraak
Aanvullende informatie:
Initiaal-O 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) op onregelmatige plaatsen. ─ Lombarden vss. 13, 27, 45, 57 en 74: vnl. structurering per claus. Onzuiver rijm: vss. 13/14 en 93/94. Herhaling van rijmwoordcombinaties: vss. 1/2 en 73/74, 25/26 en 49/50, 27/28 en 83/84, 45/46 en 91/92.
Edities:
Brinkman/Schenkel 1999
, band 1 p. 531-534
Brinkman/Schenkel 1999
H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Van Eeghem 1958-1963
, dl. 3 p. 173 (fragment)
Van Eeghem 1958-1963
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Serrure 1855
, p. 377-380
Serrure 1855
C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Secundaire literatuur:
Brandis 1968
, p. 78 (212)
Brandis 1968
T. Brandis, Mittelhochdeutsche, mittelniederdeutsche und mittelniederländische Minnereden. München (Beck) 1968. Münchener Texte und Untersuchungen zur deutschen Literatur des Mittelalters 25.
Van Eeghem 1958-1963
, dl. 3 p. 173, 179
Van Eeghem 1958-1963
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Kästner 1978
Kästner 1978
H. Kästner, Mittelalterliche Lehrgespräche. Textlinguistische Analysen, Studien zur poetischen Funktion und pädagogischen Intention. Berlin (Schmidt) 1978. Philologische Studien und Quellen; Heft 94.
Mostert 1994
, p. 155-159
Mostert 1994
M. Mostert, 'De disputatio als tweegevecht van de geest, over twaalfde-eeuwse krijgers en intellectuelen'. In: M. Mostert e.a. (ed.), Middeleeuwse cultuur. Verscheidenheid, spanning en verandering. Hilversum (Verloren) 1994, p. 131-162.
Schnell 1985
Schnell 1985
R. Schnell, Causa amoris: Liebeskonzeption und Liebesdarstellung in den mittelalterlichen Literatur. Bern (Francke) 1985. Bibliotheca Germanica.
Parallellen en varianten:
─