Repertorium Hulthem

Van eren ·Cvij·

Hulthem-Nr: 
107  (f. 87rb,10-87va,9)
Afbeelding: 
Foto van f. 87r
Foto van f. 87r
Afbeelding: 
Foto van f. 87v
Foto van f. 87v
Opschrift: 
Van eren ·Cvij·
Incipit: 
Ere es een edel wort Daer men menech docht af hort
Explicit: 
Na sijn vermoghen volbringhen Soe doet hi recht al sine dinghen
Afrondingsformule: 
Nota Item ·xxxiiij· verse
Weergave inhoud: 
Eer is de bron van menige deugd. Wie eer wil winnen en als eerzaam bekend wil staan, moet er cost en pine (kosten en moeite) voor over hebben. Aan deze twee zal men zijn eer danken. Pine wint metterhant eer en cost verbreidt de goede naam door het land. Wie zich door deze twee laat leiden, behoudt zijn eerbaarheid. God verleent menigeen gezondheid en goed. Waarom God dat doet, blijft verborgen voor degenen die zich om eer niet bekommeren. Dat openbaart God alleen aan de eerzamen, die zich geen moeite ontzeggen om te doen wat hun betaamt. Maar de onbeschaamde, die onrechtmatig bezit verzamelt, die leeft als een beest en zich niets aan eer of deugd gelegen laat liggen, is niet waard door de aarde gedragen te worden. Een goedwillende moet dergelijke mensen mijden en zijn uiterste best doen om deugdzaam te handelen. Zo doet hij zijn plicht.
Auteurs: 
Anoniem?
Anoniem?
Datering: onbekend
Toeschrijving van auteurschap onzeker of wordt betwijfeld. Dit is met name het geval voor de 49 teksteenheden die door Van Eeghem zijn toegeschreven aan Jan Dille (zie Jan Dille?).
Jan Dille?
Jan Dille?
Datering: onbekend
49 teksteenheden toegeschreven door Van Eeghem aan Jan Dille. Betwijfeld (en voor de abele spelen weerlegd) door Van Mierlo. - Nr. 68 toegeschreven door Jonckbloet aan Jan van Hollant en door Van Eeghem aan Jan Dille.
Secundaire literatuur
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.: dl. 3 passim, en p. 184 voor nr. 68.
J. van Mierlo, 'Is Jan Dille de dichter van onze abele spelen?'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1957, p. 65-83.
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.: dl. 3 p. 305
Tekstsoort: 
Minnerede (Brandis 1968), profaan-ethische sproke (Hogenelst 1997), leerdicht.
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
34 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-E 2 regels hoog.
Petit-Nommer(s): 
666
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 499-500
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Van Eeghem 1958-1963 , dl. 3 p. 161-162 (fragment)
Van Eeghem 1958-1963 W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Serrure 1855 , p. 72-73
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Secundaire literatuur: 
Brandis 1968 , p. 122 (325)
Brandis 1968 T. Brandis, Mittelhochdeutsche, mittelniederdeutsche und mittelniederländische Minnereden. München (Beck) 1968. Münchener Texte und Untersuchungen zur deutschen Literatur des Mittelalters 25.
Van Eeghem 1958-1963 , dl. 3 p. 161, 168
Van Eeghem 1958-1963 W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Hogenelst 1994 , p. 266
Hogenelst 1994 D. Hogenelst, 'Zoekplaatje: "Comburg" versus "Hulthem"'. In: J. Reynaert e.a., Wat is wijsheid? Lekenethiek in de Middelnederlandse letterkunde. Amsterdam (Prometheus) 1995, p. 259-273 en 429-433. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 9.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 70 (85)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Parallellen en varianten: