Repertorium Hulthem
Noch de ·vij· ghetiden
Hulthem-Nr:
105
(f. 86rb,34-86vb,20)
Opschrift:
Noch de ·vij· ghetiden
van onsen here ·Cv·
Incipit:
God om uwe ghenadicheit
Die ons allen es bereit
Explicit:
Doet god dat mi dit ruere
Ende in mijn herte gheduere
Afrondingsformule:
Amen
Item ·lxiiij· verse
Weergave inhoud:
Genadige God, sta ons bij in onze nood en bevrijd ons van alle zonden. Help mij U te loven, want uit mijzelf kan ik niets. Te mettentijd werd Gods Zoon gevangen genomen, terwijl Zijn leerlingen vluchtten. Te priemtijd werd Hij voor Pilatus gebracht, aangeklaagd, geslagen en bespuwd. Op het derde uur riep men 'kruisig Hem' en droeg Hij met doornen gekroond koninklijk Zijn kruis. Op de middag werd Hij tussen twee dieven aan het kruis genageld en men gaf Hem gal te drinken. Bij de noen stierf Hij. Toen Zijn hart door Longinus werd doorboord, verduisterde de zon en beefde de aarde. Van het kruis genomen te vespertijd werd Zijn lichaam ten tijde van de completen gebalsemd en in een stenen graf gelegd. Door Zijn dood werd de Schrift vervuld. God, laat dit lijden mijn gemoed beroeren en in mijn hart bewaard blijven.
Auteurs:
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort:
Ghetide (volgens opschrift); passiegetijden (Oosterman 1995A).
Vorm:
rijm: aabb/abababb/abababbb
Lengte:
64 vss., 6 strofen van 7, 1 van 8 en 1 van 14 regels
Aanvullende informatie:
Initiaal-G 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) vanaf vs. 15 om de 7 regels. ─ Vertaling van de Latijnse hymne Patris sapientiae (deel van de korte kruisgetijden). ─ Strofenindeling gebaseerd op rijmschema en lombarden. Rijmschema overwegend abababb, echter vss. 1-14 (±proloog) aabb, slotstrofe abababbb. Onzuiver rijm: vss. 27/28, 36/38, 55/56 en 62/63/64.
Edities:
Brinkman/Schenkel 1999
, band 1 p. 494-496
Brinkman/Schenkel 1999
H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
De Pauw 1893-1914
, dl. 1 p. 65-67
De Pauw 1893-1914
N. de Pauw (ed.), Middelnederlandsche gedichten en fragmenten. Gent (Siffer) 1893-1914. 2 dln.
Secundaire literatuur:
Van Dijk 1993B
Van Dijk 1993B
R.Th.M. van Dijk, 'Methodologische kanttekeningen bij het onderzoek van getijdenboeken'. In: Th. Mertens e.a., Boeken voor de eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza. Amsterdam (Prometheus) 1993, p. 210-229 en 434-437. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 8.
Meertens 1930-1934
, dl. 1 p. 149-150
Meertens 1930-1934
M. Meertens, De godsvrucht in de Nederlanden. Naar handschriften van gebedenboeken der XVe eeuw. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel etc.) 1930-1934. 6 dln. [alleen dln. 1-3 en 6 verschenen]. Historische bibliotheek van godsdienstwetenschappen.
Oosterman 1995A
, p. 16, 20, 251 (95)
Oosterman 1995A
J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Parallellen en varianten:
─